gemeente Breda
aan de raad der gemeente Breda.
Bijlage nr. O
8 f ebruari 1967
F/1502
Voorstel van burgemeester en wethouders
tot hot aangaan van een overeenkomst met
de N.V. Grontmij. ter zake van het storten
van stadsvuil.
In Uw vergadering van 16 februari 1966 is besloten goed te keuren, dat het
stadsvuil met ingang van een na-der te bepalen datum zou worden gestort
in de door de N.V. Grontmij. te ontgraven leemputten in de gemeente Nieuw-
Ginneken.
Wij mogen U verwijzen naar het ter visie gelegde voorstel aan de raad d.d.
26 januari 1966, no. 55-
V/ij hebben IJ toegezegd de voorbereiding van het project verder te zullen
afhandelen en U te zijner tijd de concretisering van een en ander te
zullen voorleggen.
De leemwinning is intussen bereids aangevangen, zodat met het storten van
vuil kan worden begonnen. In overleg met de N.V. Grontmijhebben wij be
sloten voorlopig nog te blijven storten in de "put van Rasenberg" ten einde
een spoedige afwerking van het betrokken terrein te bevorderen. Binnenkort
zal dit dan weer het aanzien van een weiland herkrijgen.
Over enkele maanden zal het storten van vuil kunnen worden verplaatst naar
de leemputten van de N.V, Grontmij.
Voor de aanleg van de (kortere) toegangsweg, werd bij raadsbesluit van
17 augustus 1966 bereids het nodige krediet verleend, welk krediet door
gedeputeerde staten is goedgekeurd.
Over de ter zake van deze transactie te sluiten overeenkomst*) hebben wij
met de N.V. Grontmijovereenstemming bereikt; het concept doen wij IJ
hierbij toekomen.
Wij merken op, dat de overeenkomst als uitgangspunt heeft, dat het storten
en ter plaatse op hygiënische wijze verwerken van het vuil - het wordt in
het droge gestort en regelmatig met grond afgedekt - voor de gemeente
Breda geheel gratis is. Op onze kosten wordt zorggedragen voor de aan
wezigheid van een stortbaas op het werk.