gemeente Breda Bij bijlage nr. 90 Coneentovereerkomst ïr. W.J.L.J. Merkx, burgemeester van Breda, krachtens artikel 78 der ge meentewet de gemeente in deze vertegenwoordigende, handelende ter uit voering van het besluit van de raad dier gemeente van 16 februari 1967, en handelende namens de I.V, Grontmij, Grondverbetering- en Ontginningsmaat schappij, gevestigd te de Bilt, hierna te noemen "Grontmij", zijn het vol gende overeengekomen: 1De "Grontmij" verleent aan de gemeente Breda het recht en de gemeente Breda accepteert de verplichting om alle soorten stadsvuil, om niet, te storten in de door de "Grontmij" te ontgraven leemputten, gelegen in de gemeenten Nieuw-Ginneken en Oosterhout, plaatselijk bekend onder de naam 1,11 Hemeltje". Onder stadsvuil worden verstaan alle afvalstoffen, die worden aange voerd door auto's van het vervoerbedrijf of andere gemeentelijke be drijven, dan wel, in opdracht van een van deze bedrijven, door auto's van particuliere ondernemers. De "Grontmij" draagt er zorg voor, dat per jaar tenminste een ruimte van 40.000 m3 beschikbaar komt om met stadsvuil uit Breda te worden op gevuld. De "grontmij" verleent, op verzoek van de gemeente Breda, ook aan parti culieren het recht om in de onderhavige putten vuil te storten, tegen een met de particulieren nader overeen te komen tegenprestatie. 2. De "Grontmij" mag het aangevoerde stadsvuil slechts weigeren te accep teren, indien het van zodanige samenstelling is, dat hierdoor zou wor den gehandeld in strijd met de voorwaarden, verbonden aan de ingevolge de hinderwet verleende vergunning voor het ter plaatse oprichten van een vuilnisstortplaatsOverigens geschiedt het storten overeenkomstig de aan de hinderwetsvergunning verbonden voorwaarden. 3. Het stadsvuil wordt aangevoerd over de door de "Grontmij" goed onder houden weg (6 m, breed), die op de bij deze overeenkomst behorende tekening is aangegeven. De gemeente Breda kan voor haar rekening en na overleg met de "Grontmij" een andere aanvoerweg aanleggen^ deze weg zal ook door derden mogen worden gebruikt, behoudens goedkeuring van rijks waterstaat. 4. De "Grontmij" draagt zorg voor het drooghouden van de leemputten. 5. Het storten van vuil geschiedt onder directie van de "Grontmij" en in overleg met de directeur van het vervoerbedrijf. Voor de verwerking van het vuil stelt de "Grontmij" een bulldozer, respectievelijk een laadschop, beschikbaar met een dienstgewicht van circa 12 ton. De "Grontmij" stelt voor de bulldozer een bestuurder beschikbaar. In geval dat de huisvuilophaaldienst van de gemeente Breda naar een zaterdag verplaatst wordt, is ook op die dag de bulldozer met bestuur der aanwezig.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1967 | | pagina 302