Bij bijlage nr. 13.
- 2 -
omdat in het bewuste aannemingscontract een arbitrageclausule is opge
nomen krachtens welke geschillen over de uitvoering van het werk ter
beslechting aan scheidslieden zijn opgedragen, heeft het schoolbestuur -
en dat mag voor Uw raad duidelijk zijn - de voorkeur gegeven voor de onder
a genoemde weg.
Dit onderdeel van de aanvrage moet - en hiervoor vinden wij steun bij het
geen in een analoog geval werd beslist bij het koninklijk besluit van 8
augustus 1964, nr. 38 - door Uw raad worden getoetst aan de bepalingen van
de lager-onderwijswet 1920, los van de civielrechtelijke aspecten welke aan
de voorliggende kwestie zijn verbonden.
Het feit dat de mogelijkheid bestaat een ander (in casu de aannemer) voor
de kosten van het herstel aan te spreken mag bij de beslissing door Uw raad
geen rol spelen; uitsluitend de aard van de gevraagde voorziening zelve mag
in het geding worden gebracht.
In de aanhef is al gesteld, dat is komen vast te staan dat hier sprake: is van
een constructiefout, zodat op die gronden dit gedeelte van het verzoek zal
moeten worden ingewilligd.
Het schoolbestuur zal derhalve aanspraak kunnen doen gelden op beschikbaar
stelling van de benodigde gelden voor het herstel.
Hierdoor wordt het schade-element voor het bestuur weggenomen.
Rechtstreeks kan de gemeente de betrokken aannemer niet aanspreken voor de
geleden schade, omdat de gemeente buiten het betreffende aannemingscontract
staat.
Een actie wegens onrechtmatige daad (vide artikel 1401 Burgerlijk Wetboek)
van de zijde der gemeente zal slechts dan kans van slagen hebben indien onom
stotelijk zou kunnen worden aangetoond, dat de aannemer positief kennis heeft
gedragen van het feit dat de gemeente op grond van het bepaalde in de artikelen
72 en volgende der lager-onderwijswet 1920 verplicht is, desgevraagd de her
stelwerkzaamheden te bekostigen.
Dit aan te tonen komt ons bijzonder moeilijk voor.
Het betrokken schoolbestuur heeft zich overigens in een nader overleg bereid
verklaard zijn in deze kwestie toekomende rechten te cederen aan de gemeente,
zodat langs die weg verhaal van kosten mogelijk blijft.
Ter volledige informatie mogen wij U voorts nog mededelen dat in een van de
eerstkomende technische wijzigingen van de lager-onderwijswet 1920 voor soort
gelijke gevallen het bestaande lapsus in de wetgeving op dit punt zal worden
ondervangen door een automatische cessie aan de gemeente van de anders in eerste
instantie aan de schoolbesturen toekomende verhaalsrecht wegens wanprestatie.
ad 2.Om esthetische redenen is in de eindgevels van beide schoolgebouwen een zoge
naamde "zaagtandprofilering" aangebracht, waardoor de gebruikelijke spouw niet
kon worden aangebracht.
Dientengevolge wordt in de op de regenzijde (westzijde) gelegen gevelmuren over
last ondervonden van vochtdoorslag, waardoor onder andere de muurverf in de be
lendende lokalen wordt aangetast, afbladdert en/of verschimmelt.
Omtrent de omvang van de te treffen voorzieningen, waarbij het euvel van
vochtdoorslag wordt voorkomen, zal nog nader overleg met het betrokken school
bestuur moeten worden gepleegd.