gemeente Breda aan de raad der gemeente Breda. Bijlage nr. 95 8 maart 1 967 IZ/l052 Antwoorden op door raadsleden gestelde vragen. VRAAG. De heer van Duijl vraagt speciale aandacht voor het kruispunt Laan van Mertersem, Bontckoestraat en Planciusplein. Het verkeer, komende van de Dr. Struyckenstraat en rijdende in de richting van het Planciusplein passeert op de kruising de Laan van Mertersem/BontekoestraatOok al in het verleden is dit kruispunt aanleiding geweest voor het stellen van een vraag, in verband met de aanrijdingen die daar regelmatig plaats vinden. Zeer onlangs heeft zich daar weer een tweetal aanrijdingen voorgedaan en spreker heeft naar aanleiding hiervan de situatie bekeken. Het lijkt hem dat het verkeer wat uit de Dr.Struyckenstraat komt, afge leid wordt door de verlichting en de neon-reclame, die zich bevindt aan de winkels op het Planciusplein. Hij verzoekt daarom de situatie daar nog eens verkeerstechnisch te be zien en zo nodig maatregelen te treffen. ANTWOORD. Blijkens gegevens van do verkeerspolitie hebben zich op het kruispunt Planciusplein-DrStruyckenplein-Bontekoestraat in 1966 in totaal 5 onge vallen voorgedaan. Naar de mening van ons college is genoemd kruispunt alleen gevaarlijk voor verkeer, komende van het Planciusplein en verkeer, komende uit de Bontekoestraat, omdat het uitzicht op het van rechts, respectievelijk van links naderende verkeer ter plaatse onvoldoende is vanwege de be bouwing op de zuid-oostelijke hoek van het kruispunt. De ontmoeting van beide bovengenoemde verkeersstromen had in 1966 echter slechts twee ongevallen ten gevolge, vanwege het niet verlenen van voorrang. De situatie ter plaatse kan derhalve geenszins veront rustend genoemd worden. De verlichting van c.q. neon-reclame aan de winkels op het DrStruycken- plein kan naar de mening van ons college de verkeerssituatie op het onderhavige kruispunt niet beïnvloeden. De kwestie van het onvoldoende uitzocht zal nader onder de loupe worden genomen in een algemeen éénrichtingsverkeersplan voor het Heuvelkwartier dat bij de dienst van openbare werken in voorbereiding is. VRaAG. De heer Bayens zegt dat bij de voorgenomen decentralisatie van de bureaus van het regeringscentrum s-Gravenhagede namen Apeldoorn en Breda werden genoemd. Hij vraagt behalve of medegedeeld kan worden of de mogelijkheid bestaat, dat er van deze bureaus in Breda gevestigd worden en of er nog pogingen in het werk worden gesteld deze eventueel naar Breda te trekken.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1967 | | pagina 313