gemeente Breda aan de raad der gemeente Breda. Bijlage nr. 111 3 maart 1967 F/3721 Voorstel van burgemeester en wethouders tot het overbrengen naar de algemene re serve van het vermoedelijk rekeningover schot 1966. Bij een tussentijds doorschouwen van de begrotingssituatie 1966 hebben wij uit een aantal gegevens waargenomen dat het dienstjaar 1966 naar ver wachting zal sluiten met een batig saldo van ongeveer 700.000,-. Bij het concept voor de 183e wijziging van de gemeentebegroting 1966 zijn de hierbedoelde gegevens opgenomen en van een uitvoerige toelichting voorzien. Van de elementen welke bijdragen tot het batig saldo sprin gen naar vorem het achterblijven van de kapitaallasten over de inves teringen volgens het onrendabel investeringsplan, de opbrengst pre cariorechten en de kosten welke in verband staan met de feitelijke per soneelsbezetting. Duidelijk willen wij hier opmerken, dat nog geen volledig inzicht be staat in het uiteindelijke resultaat dat de rekening 1966 zal brengen, omdat voor de sluiting van de dienst nog talrijke verrekeningen moeten plaatsvinden. In algemene zin zijn de voornaamste oorzaken van de afwijking van de rekening ten opzichte van de begroting a. de veiligheidsmarge waartoe begrotingscijfers - zijnde kredietmaxima- - verleiden, welke marges, ondanks een kritische opstelling bij de kos tenramingen, niet geheel te vermijden zijn; b. een sterker accres voor de stijging van de eigen inkomsten dan bij de begroting kon worden aangenomen. c. de tijdsafstand van plusminus 2 jaar, gelegen tussen het ogenblik van de begrotingsvaststelling door ons college en hot moment dat het dienstjaar formeel sluit. In de gemeentebegroting 1957 zijn voor de eerste maal maatregelen ver werkt welke speciaal strekken ter compensatie van het, in voorgaande jaren geconstateerde regelmatig terugkerend, beeld van een gunstig reke ningsresultaat, voor zover hot aandee.1 toe te rekenen is aan het achter blijven van de werkelijke uitgaven op de begrote bedragen en het feit dat de inkomsten van bepaalde inkomstbronnen op de raming plegen mee te vallen (dit laatste exclusief de gemeentefondsuitkeringen waarvoor een eigen prognose wordt gevolgd). Ter ondervanging van het geschetste bezwaar is in de gemeentebegroting 1967 een tegonpost onder de inkomsten geraamd in de vorm van een stelpost "beschikking over 1/30 gedeelte van de saldi-reserve

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1967 | | pagina 352