Bijlage nr. 111
2
Verder zijn de kosten voor de geplande personeelsuitbreidingen in 1967
gesteld op de helft van de nominaal benodigde bedragen, ervan uitgaande
dat door temporisering in de realisering de effectuering gemiddeld ge
nomen overeenkomt met 1 juli 1967.
Het totaaleffect van deze twee maatregelen is gelijk aan 613-000,-.
Ons college is van oordeel dat voor het vermoedelijke begrotingsover
schot 1966 een bijzondere bestemming aangewezen moet worden. Een zo
danig besluit van Uw raad moet genomen worden vóór 30 juni 1967, dat is
namelijk het tijdstip dat de dienst I966 formeel wordt afgesloten. Door
het ontbreken van zulk besluit zou het batige rekeningsaldo zonder meer
gaan toevloeien aan de saldi-reserve. Gelet op de omvang van de saldi-
reserve (l januari 1966 bijna 8.000.000,-) behoeft deze reserve thans
geen bijzondere injectie. Als veiligheidsmarge voor het in. de naaste toe
komst te voeren financiële beleid is de saldi-reserve voldoende te achten.
Voor de bestemming van het vermoedelijk overschot 1966 hebben wij de al
ternatieve mogelijkheden tegen elkaar afgewogen en een keuze moeten maken.
De huidige financieringsmoeilijkheden drukken hier hun stempel. Onze voor
keur gaat daarom uit naar het openhouden van een zo groot mogelijke vrij
heid voor toekomstige aanwending.
De daarvoor meest geëigende weg is toevoeging aan de algemene reserve. Uit
de benaming blijkt reeds het karakter van deze reserve; de daarin belegde
middelen dragen geen bepaald bestemmingsetiket.
Wij stellen U voor het vermoedelijk rekeningsaldo over het dienstjaar
1966 ad 700.000,- over te brengen naar de algemene reserve. De 183e
wijziging van de gemeentebegroting 1966, waarin de ramingen zijn opgeno
men die in dit voorstel zijn genoemd, wordt U mede ter vaststelling aan
geboden.
Een eventueel afwijkend advies van de afdeling voor de financiën zal U
nog nader worden medegedeeld.
Burgemeester en wethouders van Breda,
Merkx
burgemeester.
van den Dam
secretaris.