rite Breda Bij bijlage nr. 118 Stichting Bredase Muziek- en Balletschool Bestuur Aan de raad der gemeente Breda, Gemeentehuis, Breda. Breda, 17 oktober 1966, Ginnekenweg 301 Edelachtbare dames en heren, Met ingang van 1 september 1964 heeft Uw raad de sedert jaren bestaande subsidieregeling ten behoeve van onze stichting beëindigd. In Uw vergadering van 15 oktober 1964 heeft Uw voorzitter erop aange drongen, dat door onze zorg het muziekonderwijs zou worden gecontinueerd tot het tijdstip waarop het gemeentelijk instituut met het onderwijs een aanvang zou kunnen maken. Hoewel onze stichting inderdaad het onderwijs zonder onderbreking bleef voortzetten, werd over deze interimperiode geen subsidie toegekend, ter wijl toch als duidelijk worden verondersteld, dat deze niet kon worden ontbeerd. Onze stichting heeft derhalve niet kunnen voldoen aan haar externe ver plichtingen over de periode van 1 september 1964 tot 1 januari 1965, waar door de onbevredigende situatie is ontstaan, dat crediteuren nog altijd met briefjes moeten worden tevredengesteld en het totale schuldbedrag regelmatig met rente wordt verhoogd. Ons bestuur meent daarom op goede gronden Uw raad te mogen verzoeken ter voldoening van deze schulden een eenmalig subsidie toe te kennen ter grootte van één deide (4 maanden) van het subsidiebedrag genoten over het aan de genoemde periode voorafgegane schooljaar 1963/64 ad 105.173, is 35.058,of zoveel minder als de schulden vermeerderd met rente en kosten op het ogenblik van betaling lager zullen blijken te zijn. Hoogachtend, het Bestuur van de Stichting Bredase Muziek- en Balletschool, de voorzitter, w.g.(J. Pel) de secretaris, w.g.(F. Proger)

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1967 | | pagina 367