gemeente Breda
aan de raad der gemeente Breda.
Bijlage nr. 15"!
31 maart 1967
V/1399
f'
Voorstel van burgemeester en wethouders
tot het verlenen van een subsidie in de
kosten van de restauratie der panden
Reigerstraat 1, 3, 5, 7, 7a, 9, 9a en 11
De kerkvoogdij der Hervormde Gemeente te Breda heeft besloten over te gaan
tot het doen restaureren van de op de lijst van beschermde monumenten voor
komende panden langs de kerk in de Reigerstraat.
In de afgelopen jaren hebben met betrekicing tot deze panden, gedeeltelijk
zakenpanden, plannen bestaan tot afbraak, doch op aandrang van Monumenten
zorg is de Kerkvoogdij hierop teruggekomen.
Deze instantie is namelijk de opvatting toegedaan, dat de aanwezigheid van
huizen aan en om kerken - mits van karakteristieke stadsbeelden kan worden
gesproken - de meest aanvaardbare situatie is. Monumentenzorg blijkt van
oordeel dat deze rij panden voor de entourage van de kerk verantwoord is.
Ontmanteling van de Grote Kerk door het amoveren van de panden aan de
Reigerstraat zou met zich brengen, dat deze straat komt te vervallen en de
huizen aan de overkant een wand van de Grote Markt zouden gaan worden.
Voor de restauratiewerken is door de architect van de kerk en de toren,
Ir. J. de Wilde b.i. alhier, een plan met begroting opgemaakt, hetwelk met
een verzoek om rijkssubsidie aan de minister van cultuur, recreactie en
maatschappelijk werk is voorgelegd. De betreffende stukken, te weten bestek,
tekeningen en begroting, doen wij U hierbij toekomen
Deze begroting sluit met een totaalbedrag van 463.000»doch blijkens
schrijven van de genoemde minister a.d. 16 december 1966 aan de Kerkvoogdij
komen op de begroting (met een kruisje of met een percentage aangegeven)
posten voor, die niet zuiver als restauratie zijn te beschouwen en mits
dien niet of slechts gedeeltelijk voor subsidie in aanmerking komen.
In totaal belopen deze posten inclusief directiekosten rond 102.000,
zodat de voor het rijk subsidiabele kosten zijn gesteld op 361.000,
Verdeeld over enkele jaren, waarin de uitvoering der werkzaamheden zal
plaatsvinden, kan dit bedrag op de restauratic-ekening van de Grote of
O.L. Vrouwekerk worden geplaatst. Dit betekent namelijk participatie van
het rijk in de kosten volgens de bestaande regeling voor de kerk, waarbij
het rijk 60 p, de gemeente 20 )b en de provincie 16 subsidieert.
Als nieuw restauratie-object zou minder subsidie van het rijk worden ge
noten, terwijl bovendien de beslissing pas in een veel later stadium zal
worden genomen.