gemeente Breda
I
aan de raad der gemeente Breda.
O
Bijlage nr. 163
20 april 1967
OSS/6709
Voorstel van burgemeester en wethouders tot
het verstrekken van een voorschot op de ge
meentelijke vergoeding, bedoeld in artikel
101 bis van de lager-onderwijswet 1920 over
het jaar 1967 aan de besturen van de
bijzondere g.l.o.- en u.l.o.-scholen in
deze gemeente.
Op grond van het bepaalde in artikel 101 bis van de lager-onderwijswet 1920
kunnen - indien de gemeente geen openbare scholen voor v.g.l.o.- en
u.l.o. in stand houdt - de besturen van de ter plaatse gevestigde gelijk
soortige bijzondere scholen aanspraak maken op een vergoeding uit de ge
meentekas voor de bezoldiging van de aan die scholen verbonden vakonder
wijzers.
Bij iedere aanvrage moet worden beoordeeld of de kosten zonder noodzaak
zullen worden gemaakt of hoger zullen zijn dan noodzakelijk is.
Op de onderwerpelijke vergoeding kunnen op verzoek van de desbetreffende
schoolbesturen voorschotten worden verleend.
Bij de beoordeling van die verzoeken wordt derhalve nagegaan of de
indienstneming van de valeieerkrachten noodzakelijk is en of de bezoldiging
(f niet uitgaat boven die, welke dezelfde leerkrachten zouden genieten indien
zij in dienst van de gemeente waren.
Het betreft hier de vakken nuttige handwerken voor meisjes, lichamelijke
oefening, tekenen en muzikale vorming.
De aanvragen*) zijn alle beoordeeld op de vraag of de kosten al dan niet
zonder noodzaak worden gemaakt of hoger zijn dan nodig is; bij de be
rekening van de voorschotaanvragen is uitgegaan, van die lesuren, die op de
geviseerde roosters van. lesuren zijn vermeld, benevens van de salaris
maatregelen voor het jaar 1967.
De raming voor het vakonderwijs v.g.l.o. en u.l.o. op volgnummer 380 en
396 van de gemeentebegroting voor het dienstjaar 1967 is toereikend.
In verband met vorenstaande adviseren wij Uw raad, de voorschotten aan
de bijzondere v.g.l.o.- en u.l.o.-scholen uit te keren tot bedragen zoals
die zijn vermeld op bijgaand concept-raadsbesluit