gemeente Breda
C
aan de raad der gemeente Breda.
Bijlage nr. 196
5 mei 1967
v/5432 Yoorstel van burgemeester en wethouders tot
het doen verbouwen van de woning Lieven de
Keystraat ,34 en het aanvragen van een lening
uit 's rijkskas ter financiering van: een ge
deelte der verbouwingskosten.
De huurder van de woning Lieven de Keystraat 34 alhier, welke behoort
tot het complex 144 woningen in de Hoge Vucht, in exploitatie bij de
bouwvereniging "St. Joseph" doch nog niet in eigendom aan haar overge
dragen, heeft al geruime tijd geleden verzocht om van gemeentewege een
slaapkamer met badkamer bij deze woning te doen bijbouxïen. Verzoeker is
namelijk volledig invalide zodat hij zich slechts met behulp van een
rolstoel kan verplaatsen. Dit veroorzaakt voor hem grote moeilijkheden,
onder andere kan hij van de op de verdieping gelegen slaap- en douche
ruimten geeen gebruik maken.
Betrokkene is oudmilitair, doch geen oorlogsinvalide. Niettemin heeft
het ministerie van defensie schriftelijk de bereidheid te kennen gegeven
om in de kosten der verbouwing tot de helft bij te dragen, daarmede de
noodzaak ervan wel erkennende.
Wij hebben gemeend, mede op grond van de financiële faciliteiten, die
ook het ministerie van volkshuisvesting en ruimtelijke ordening bij het
inrichten van woningen voor gehandicapten kan verlenen en in casu ook
heeft toegezegd, dat aan het onderhavige verzoek tegemoet dient te wor
den gekomen.
De kosten van uitvoering der op bijgevoegde tekening van het architecten
en ingenieursbureau Oomen te Oosterhout*) aangegeven werkzaamheden be
dragen volgens prijsopgave van de aannemer 12.955,- te verhogen met
honorarium en kosten van de architect ad.ƒ1.550,.-, zijnde totaal 14.505,-.
Ten laste van de gemeente blijft derhalve de helft ad rond 7.255»tot
welk bedrag een lening uit 's rijkskas kan worden verkregen tegen een
rente van 4f° en met een aflossingstermijn gelijk aan de restant-levens
duur der woningen, welke nog circa 44 jaar bedraagt.
De annuïteit van deze lening zal in aanmerking worden genomen bij de vast
stelling van de jaarlijkse rijksbijdrage ten behoeve van het complex 144
woningen.
Uit het bovenstaande moge blijken, dat de uitvoering van de werkzaamheden
aan deze woning geen financiële consequenties voor de gemeente teweeg
brengt