gemeente Breda aan de raad der gemeente Breda. Bijlage nr. 206a 15 juni 1967 IZ/6960 Antwoorden op door raadsleden gestelde vragen VdLkGr De heer van Banning zegt het jaarverslag van de dienst van openbare werken te hebben doorgekeken. Hij moet zeggen bijzonder veel bewondering te hebben voor het enorme programma wat in 1965 onder handen is geweest. Bijzonder opgevallen zijn hem echter de cijfers van ziekten en ongevallen Als hij nu de ongevallen buiten beschouwing laat, valt op dat op een sterkte van 241 man, 146 personen gemiddeld 27,6 dagen zijn ziek geweest. Het totale ziekteverzuim - de ongevallen dus buiten beschouwing gelaten - is 4029, in 1964: 3230. Gezien het enorm programma van de dienst en het klein aantal mensen dat dit uit moet voeren - want er moet rekening mee worden gehouden dat er ook langdurige zieken bij zijn - is hij bang dat het aantal zieken nog sterker zal stijgen. In dit verband vraagt hij 1wat is de bijzondere reden van dit groot ziekteverzuim; 2. of er voldoende medische controle is op de door ziekte afwezige perso neelsleden. AH'Ii.OOxlD 1De ziektegevallen doen zich voornamelijk voor bij het lager technisch personeel van de dienst. De gemiddelde leeftijd van dit personeel en de aard van de door hen te verrichten werkzaamheden hebben tot een hoger dan normaal ziekteverzuim geleid. Dit hoge cijfer is echter voor een belangrijk gedeelte mede veroorzaakt door een achttal langdurige zieken die in totaal 1667 ziektedagen voor hun rekening nemen. In 1966 hebben inmiddels enige van deze ambtenaren de dienst verlaten. In 1967 is nog een drietal van deze langdurige zieken voor invalidi teitspensioen voorgedragen. Het gemiddeld ziektecijfer wordt hierdoor in gunstige zin beïnvloed. '.ianneer het totaalaantal ziektedagen van 4029 bij een personeelsbe stand van 241 ambtenaren wordt uitgedrukt in een percentage van de werkelijke werkdagen, bedraagt dit 7,2. Gesteld naast het landelijk percentage zoals dit over 1965 door het Nederlands Instituut voor Preventieve Geneeskunde is berekend, te weten 6,1, blijkt het ziekte verzuim bij de dienst aan de hoge kant te zijn geweest, uordt het percentage echter berekend na eliminatie van de langdurige zieken, dan blijkt dit met 4,4 alleszins acceptabel te zijn. Overigens betreft het hier een klein aantal personeelsleden, waarop statistische cijfers niet steeds aansluiten.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1967 | | pagina 598