bijlage nr. 208
- 3 -
b. het samenstellen van een deelplan voor het gemeentel!jlc voortgezet
onderwijs.
De zogenaamde regionale commissies - welke de gemeenschappelijke regeling
kent - hebben tot taak voorstellen aan het bestuur van het centraal orgaan
te doen ter zake van een deelplan; zij stellen de raden van de deelnemende
gemeenten tijdig in de gelegenheid om scholen tot opneming voor te dragen.
Zij vermeld, dat in iedere regio een commissie is en dat zolang geen andere
verdeling heeft plaatsgevonden elke provincie één regio zal vormen.
Voor de samenstelling van de verschillende bestuursorganen van het centraal
orgaan en de commissies mogen wij U verwijzen naar de voor Uw raad ter
visie liggende bescheiden.
Het het oog op de zelfstandigheid van de gemeenten en in verband met de
grote belangen, die met deze aangelegenheid gemoeid zijn, is op het voren
staande in de artikelen 40 en 41 van de gemeenschappelijke regeling een
tweetal uitzonderingen gemaakt en wel
1de regeling laat onverlet de bevoegdheid van d e deelnemers om ten aan
zien van scholen, die door hen ten behoeve van de opstelling van het
deelplan zijn voorgedragen, doch die niet zijn opgenomen in het deel
plan, zelfstandig een verzoek tot de minister van onderwijs en weten
schappen te richten tot opneming in het schoienplan.
2. de gemeentebesturen kunnen rechtstreeks aan het bestuur van het cen
traal orgaan - derhalve met passering van de regionale commissie' - voor
stellen doen aangaande stichting van scholen binnen hun territoir ter
opneming in het deelplan, het centraal orgaan voldoet aan dit verzoek
indien uit de overgelegde prognoses blijkt, dat de school zal voldoen
aan de wettelijk vereiste leerlingentallen en bovendien tenminste 90ft
der leerlingen uit de betrokken gemeente afkomstig is.
Het bestuur van de Vereniging van llederland.se Gemeenten heeft zich bij
eerdergenoemde brieven tot de gemeentebesturen gewend met de uitnodiging
tot de onderhavige gemeenschappelijke regeling toe te treden.
De kosten van de uitvoering van de regeling worden over de deelnemende ge
meenten omgeslagen, enerzijds naar rato van het aantal deelnemende gemeen
ten anderzijds afgestemd op het aantal leerlingen, dat is ingeschreven op
de openbare scholen voor gewoon lager onderwijs; het bestuur van de Ver
eniging van Nederlandse Gemeenten zegt in zijn schrijven van 12 december
1966, dat omtrent de kosten van deelneming nog weinig met zekerheid kan
worden gezegd. Uitgaande van een jaarlijks kostenbedrag van 50.000,
en bij een deelname van 100 gemeenten, worden de kosten per gemeente ge
raamd op: een bijdrage van 250,per gemeente 4- 0,10 per leerling
van het openbaar gewoon lager onderwijs; voor de gemeente Breda zou dit
neerkomen op 250,60,is 310,
Daar naar verwachting het eerste jaar geen 100 deelnemende gemeenten
zullen worden gehaald, waren de kosten voor Breda voor het eerste jaar
op het dubbele bedrag in casu 620,-- te ramen.
Uitgaande van de opzet van de wet op het voortgezet onderwijs, welke
een bundeling van krachten met betrekking tot de planprocedure voorop