bij bijlage nr» 218
ONTWERP.
Verordening inzake tegemoetkoming in ziektekosten ten behoeve van be
paalde categorieën van gewezen ambtenaren.
Artikel 1
1Deze verordening verstaat onder belanghebbende degene, die in aan
sluiting op eigen diensttijd bij de gemeente Breda dan wel in aansluiting
op dergelijke diensttijd van de overleden echtgenoot ingevolge artikel
1 sub d, onder 2e en Je, van de intercommunale regeling ziektekosten
voorziening ambtenaren ten behoeve van het personeel in dienst der
gemeenten in Noord-Brabant - hierna te noemen de IZA-regeling - als
deelnemer in het Instituut Ziektekostenvoorziening Ambtenaren ten be
hoeve van het personeel in dienst der gemeenten in Noord-Brabant -
verder te noemen het IZA - wordt beschouwd.
2. Burgemeester en wethouders zijn bevoegd deze verordening niet van toe
passing te verklaren op de belanghebbende, die zijn woonplaats blijvend
in het buitenland vestigt.
Artikel 2.
1De gemeente vergoedt aan de belanghebbende de in enig tijdvak van 4
kalenderkwartalen te zijnen laste blijvende, naar het oordeel van
burgemeester en wethouders redelijk gemaakte kosten voor verrichtingen
en/of leveringen, vallende onder de voorzieningen van de IZA-regeling,
voor zover deze kosten - waarvan uit door de belanghebbende bij zijn
verzoek om vergoeding over te leggen betalingsbewijzen moet blijken -
te zamen met de door hem voor de deelname in het IZA verschuldigde bij
drage meer bedragen dan 4van het in het volgende lid aangegeven
bedrag:
2. Dit bedrag wordt gevormd:
a. voor de belanghebbende, die in het genot is van pensioen ten laste
van het algemeen burgerlijk pensioenfonds:
door de middelsom van de berekeningsgrondslagen, die overeenkomstig
artikel F 6 van de algemene burgerlijke pensioenwet dient als basis
voor de pensioenberekening, zoals deze middelsom is aangepast naar de
regelen, vastgesteld bij de algemene maatregel van bestuur bedoeld
in artikel A 8 van genoemde wet;
b. voor de belanghebbende, die in het genot is van wachtgeld ingevolge
de wachtgeldverordening dan wel van een uitkering ingevolge de
uitkeringsverordening
door het bedrag, waarover het wachtgeld onderscheidenlijk de uit
kering wordt berekend.
Artikel 3.
In de gevallen, waarin deze verordening niet of niet naar redelijkheid
voorziet, beslissen burgemeester en wethouders.
Artikel 4.
1Deze verordening kan worden aangehaald als "4^-verordening ten be
hoeve van gewezen ambtenaren".
2. Zij treedt in werking op 1 juli 1967, met dien verstande, dat kosten,
als bedoeld in artikel 2, lid 1 voor het eerst voor vergoeding in aan
merking kunnen komen, indien zij gemaakt zijn na 30 juni 1966.
18-5-1967.