gemeente Breda
aan de raad der gemeente Breda.
Bijlage nr. 24
6 januari 1967
V/21300 Voorstel van burgemeester en wethouders tot ver
hoging van de aanvullende bouwvoorschotten aan de
R.K.Woningbouwvereniging "St.Laurentius" alhier,
ten behoeve van het uitvoeren van onderhouds- en
verbeteringswerken aan haar complexen 12 en 18
woningen in deze gemeente»
Bij Uw besluiten van 15 juli 1964 zijn overeenkomstig ons voorstel dd.
8 juli 1964, bijlage nr. 353*) aan de R.K.Woningbouwvereniging "St.Lauren-
tius" alhier, aanvullende bouwvoorschotten toegekend ten bedrage van
respectievelijk 56.462,- en 82.506,- ter financiering van de aan
haar complexen 12 en 18 woningen in deze gemeente uit te voeren onderhouds-
en verbeteringswerken.
Genoemde bedragen waren gelijk aan de aanvankelijke ramingen, op basis
waarvan door de toenmalige minister van volkshuisvesting en bouwnijver
heid ook voorschotten uit s rijkskas aan de gemeente in uitzicht waren
gesteld.
De bedragen waarvoor de werkzaamheden met ministeriële goedkeuring mochten
worden gegund, waren echter al aanmerkelijk hoger, namelijk respectieve
lijk 75.274,- en 107.208,- of totaal voor beide complexen 182,482,-.
Voor het verschil, zijnde een bedrag van 43.514,- zouden op andere
wijze financieringsmiddelen, bijvoorbeeld door een uitkering uit het
gemeenschappelijk fonds, moeten worden gevonden.
Tot goed begrip van de zaak moge nog dienen, dat ook aan een tweetal
complexen van de onderhavige vereniging in de gemeente Nieuw-Ginneken
omvattende 10 en 8 woningen, nagenoeg gelijke voorzieningen worden getrof
fen» Voor de aannemer waren de woningen in beide gemeenten één project.
Met de uitvoering der werkzaamheden is begin 1964 aangevangen en deze
hadden volgens het bestek in de loop van dat jaar gereed moeten komen.
Door de aannemer is echter niet voldoende voortvarendheid betracht zodat
het werk ernstig is gestagneerd en nooit voltooid is geworden.
Medio 1965 waren nog maar de 18 woningen in Breda en 4 in Nieuw-Ginneken
gereed. In dat stadium verzocht tevens de aannemer op grond van de se
dert de aanvang van het werk opgetreden loon- en materiaalprijsstijgingen
risicoverrekening toe te passen, althans een nader te berekenen bedrag
ter compensatie van de hogere uitvoeringskosten op de aanneemsom(men)
te suppleren.