bijlage nr. 24 -2- Aangezien ter zake geen clausule in het bestek was opgenomen, werd dit niet toegestaan, niettegenstaande in het overleg met de centrale en pro vinciale directies van de volkshuisvesting en de bouwnijverheid is ge steld, dat dit wellicht minder kostbaar zou uitvallen dan het opdragen van de voltooiing van het werk aan een andere aannemer. Het werk werd intussen niet meer voortgezet en zulks ondanks herhaaldelijk sommeren van de aannemer. Zodoende groeide een uitermate précaire en vrij wel onhoudbare situatie, met name omdat een aantal woningen was afgewerkt en de huurders van de andere woningen al enkele jaren wachtten op de toe gezegde onderhouds- en verbeteringswerken. Bovendien was in verband daar mede ook aan het normale onderhoudswerk al geruime tijd niet meer de ge wone aandacht besteed. Ten einde uit de impasse te geraken is na ampel overleg met de genoemde rijksinstanties aan een door hen aanbevolen aannemer prijsopgaaf gevraagd voor het verder afwerken van het bestek. toet diens offerte als uitgangspunt is daarna aan de centrale directie van de volkshuisvesting een opgave gezonden van de door deze gang van zaken ontstane totale kosten van de werkzaamheden, luidende als volgt: tot nu toe door bouwvereniging voor de uitgevoerde werkzaam heden voldaan aan eerste aannemer, inclusief meerwerk 108.480,- aan loodgieter afzonderlijk 6.000,- kosten Molteni-beton 22.329»40 136.809,40 aannemingssom voltooiing 155.058,- nog te verwerken aan schuurtjes 7.815,50 ge schat toekomstig meerwerk 41.000.- 203.873,50 architectenhonorarium &/o 27.254,60 Totaal voor 48 woningen in Breda en ilieuw-Ginneken 367.937,50 Door de minister van volkshuisvesting en ruimtelijke ordening is onlangs toestemming gegeven om de voltooiing te gunnen voor de bedongen aannemings som als bovenvermeld, terwijl tevens akkoord is gegaan met het totale kosten- bedrag, naar evenredigheid verdeeld als volgt: voor 12 woningen in Breda 102.124,37 is 145.449,28 "10 Nieuw-Ginneken 74.031,15 8 M ,i ii ii 46.332,73 Totaal 367.937,53 Dien^lgens zijn bij ministeriële beschikkingen van 9 december 1966, num mers V.4604A en V.4605A, de destijds aan de gemeente Breda toegekende aan vullende bouwvoorschotten uit s rijkskas verhoogd tot respectievelijk 102.124,37 en 143.449,28, volgens het begeleidend schrijven ter nadere verrekening. Wel is daarbij het voorbehoud gemaakt dat kosten van eventuele aanvullende werkzaamheden niet worden aanvaard, tenzij voor de uitvoering daarvan vooraf goedkeuring is verkregen. Een bedrag van 41.000,- voor toekomstig meerwerk is evenwel reeds in het goedgekeurde bedrag begrepen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1967 | | pagina 63