gemeente Breda
aan de raad der gemeente Breda.
I
Bijlage nr.228
14- juni 1967
OSS/10214
Voorstel van "burgemeester en wethouders
tot het instellen van een schoolraad
voor het openhaar lager onderwijs.
In de lager-onderwijswet 1920 waren vóór de wijziging van deze wet
d.d. 16 juli 1964 "bepalingen opgenomen met betrekking tot de advies
organen voor het openbaar lager onderwijs, welke bepalingen de ver
plichting inhielden tot het instellen van oudercommissies en de
mogelijkheid tot het instellen van een ouderraad voor het openbaar
lager onderwijs. Bij besluit van de raad d.d. 21 september 1939
werd een ouderraad voor het openbaar lager onderwijs ingesteld.
Bij eerdergenoemde wijziging van de lager-onderwijswet 1920 zijn de
desbetreffende bepalingen van die wet in die zin gewijzigd, dat naast
de verplichte oudercommissies, de ouderraad imperatief is voorge
schreven naast of in de plaats van een nieuw orgaan, namelijk de
schoolraad.
Tot uitvoering van artikel 20, 4e lid, van genoemde wet is in het
staatsblad van 7 juli 1966 een koninklijk besluit verschenen
waarbij de totstandkoming en samenstel.ling van de oudercommissies,
ouderraad en schoolraad zijn geregeld.
Onderstaand doen wij U een korte omschrijving toekomen inzake de
samenstelling en de bevoegdlieden van genoemde drie adviesorganens
1. Oudercommissies.
Deze worden gevormd uit ouders, voogden of verzorgers van de kinderen,
die als leerling van de school zijn ingeschreven. In deze commissies
hebben mede zitting - met adviserende stem - de hoofden der scholen
en een der onderwijzers.
Het aantal leden bedraagt (exclusief het onderwijzend personeel) 3S 6
of 9, te bepalen door ons college, rekening houdend met d„e grootte van
de school
De taaie van de oudercommissie is het bevorderen van de bloei van de
school door bij de ouders, voogden en verzorgers belangstelling hier
voor aan te kweken. Zij staat de belangen van de school voor bij de
gemeenteraad en burgemeester en wethouders en geeft deze en de leden van het
rijksschooltoezicht alle gewenste inlichtingen.