gemeente Breda
bij bijlage nr. 230
Concert-statuten gemeentelijke sportstichting Breda per 1 januari 1968.
Artikel 1
De stichting is genaamd "Gemeentelijke Sportstichting Breda" en is ge
vestigd te Breda.
Artikel 2.
1De stichting heeft tot doel de bevordering van de persoonlijke
ontwikkeling in de sportbeoefening door;
a. het bestuur van de gemeente, gevraagd en ongevraagd, adviezen
te verstrekken over zaken betreffende de sport en de lichamelijke
opvoeding
b. het verlenen van subsidies aan sportorganisaties en ten behoeve
/f van sportevenementen e.d., binnen het raam van de goedgekeurde
begrotingskredieten;
c. het adviseren aan de dienst voor de sport en de lichamelijke op
voeding, via het college van burgemeester en wethouders, omtrent;
- het huurniveau van de accommodaties;
- de verhuurvoorwaarden;
- de keuze uit de gegadigden voor de diverse accommodaties;
d. te dienen als contactorgaan voor de gemeente en voor de sport
organisaties, in het belang van een voor de sportbeoefening ge-
eigende wijze van samenwerking, voor zover daaraan in het algemeen
of bij speciale gelegenheden behoefte bestaat.
2. Het bepaalde in het eerste lid van dit artikel is mede van toepassing
voor de sportbeoefening binnen schoolverband, voorzover dit ingevolge
bestaande of toekomstige wettelijke voorschriften mogelijk is.
Artikel 3.
De geldmiddelen der stichting worden behalve door en uit een door de ge-
11 meente Breda afgezonderd stichtingsvermogen, verkregen uit;
a. gemeentelijke subsidie;
b. overige inkomsten.
Artikel 4.
1Het bestuur van da stichting bestaat uit een oneven aantal leden van
tenminste zeven. Twee leden van het bestuur zijn lid van de raad der
gemeente.
2. De directeur van de gemeentelijke dienst voor de sport en de lichame
lijke opvoeding treedt op als adviseur van de stichting.
Hij wordt tot de vergaderingen van het bestuur uitgenodigd en heeft een
raadgevende stem.
3. Burgemeester en wethouders zijn bevoegd zich op de vergaderingen van
het bestuur te doen vertegenwoordigen door een lid van hun college.
4. De bestuursleden worden benoemd door de gemeenteraad op aanbeveling
van burgemeester en wethouders. Burgemeester en wethouders stellen het
bestuur der stichting in de gelegenheid om binnen een termijn van twee
maanden, na een schriftelijk verzoek om advies, voor elk te benoemen
bestuurslid een aanbeveling van twee personen te doen.