bij bijlage nr. 230 -4- 3. Op de begroting der uitgaven, die alle uitgaven der stichting van welke aard ook vermeldt, iforden met name gebracht: a. de honoraria voor het personeel ten behoeve der stichting; b. bureaukosten; c. renten en aflossingen van aangegane geldleningen; d. alle opeisbare schulden ten laste van de stichting; e. onkosten der door de stichting gevoerde gedingen; f. een post voor onvoorziene uitgaven; g. alle uitgaven, welke door de gemeente aan de stichting worden op gelegd. 4. he begroting der inkomsten en uitgaven wordt ingericht naar de voor schriften door burgemeester en wethouders gegeven. 5. De begroting behoeft om te werken de goedkeuring van gedeputeerde staten. Zij wordt hun nadat zij door de raad is vastgesteld tenminste twee maanden voor de aanvang van het jaar, waarvoor zij moet dienen, voorgedragen. 6. Wijzigingen van de begroting behoeven om te werken de goedkeuring van gedeputeerde staten. Artikel 13. 1Van de inkomsten en uitgaven der stichting wordt door het bestuur over elk dienstjaar verantwoording gedaan aan de raad. 2. Daartoe dient het bestuur jaarlijks vóór 1 maart bij burgemeester en wethouders over het afgelopen jaar in een rekening, onder overlegging van de daarbijbehorende bescheiden en met vermelding van hetgeen burgemeester en wethouders te hunner verantwoording dienstig achten. 3. Tegelijkertijd met de in het tweede lid bedoelde rekening legt het be stuur van de stichting aan burgemeester en wethouders, ter mededeling aan de raad, over een balans per 31 december van het afgelopen jaar, alsmede een beredeneerd verslag van de werkzaamheden der stichting over dat jaar. 4. De rekening en de balans, alsmede het beredeneerd verslag bedoeld in lid 3 van dit artikel, worden opgesteld op een door burgemeester en wethou ders te bepalen wijze. De raad stelt het bedrag der ontvangsten en uitgaven voorlopig vast bij een besluit, waarvan het ontwerp hun tegelijk met de rekening wordt aangeboden, 5. Het besluit van de raad wordt met de rekening en de daarbijbehorende be scheiden binnen de termijn, welke gedeputeerde staten voor de gemeente rekening hebben bepaald, aan hen opgezonden. Gedeputeerde staten stellen het bedrag der ontvangsten en uitgaven vast. 6. Het besluit van gedeputeerde staten, houdende vaststelling der ontvangsten en uitgaven, strekt zover de daarin goedgekeurde ontvangsten en uitgaven betreft, het bestuur der stichting tot decharge, behoudens later ge bleken valsheid in bewijsstukken of andere onregelmatigheden. Artikel 14. Het bestuur der stichting is verplicht te allen tijde aan burgemeester en wethouders of aan door hen aangewezen personen inzage te geven van alle boeken en bescheiden en alle inlichtingen te verstrekken, betrekking hebben de op het financieel beheer en alle werkzaamheden der stichting.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1967 | | pagina 688