gemeente Breda
Bij bijlage nr. 230 Bijlage A
De raad der gemeente Breda;
gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 9 juni 1967;
besluit
zijn besluit van 11 oktober 1951 tot het in het leven roepen van de ge
meentelijke sportstichting Breda, zoals dit nadien is gewijzigd, met
ingang van 1 januari 1968 te wijzigen als volgt:
1De considerans onder B I te vervangen door:
"In het leven te roepen een stichting tot bevordering van de persoon
lijke ontwikkeling in de sportbeoefening door:
a. het bestuur van. de gemeente, gevraagd en ongevraagd, adviezen te ver
strekken over zaken betreffende de sport en de lichamelijke opvoeding;
b. het verlenen van subsidies aan sportorganisaties en ten behoeve van
sportevenementen en dergelijke, binnen het raam van de goedgekeurde
begrotingskredieten
c. het adviseren aan de dienst voor de sport en de lichamelijke opvoeding,
via het college van burgemeester en wethouders, omtrent:
- het huurniveau van de accommodaties;
- de verhuurvoorwaarden;
- de keuze uit de gegadigden voor de diverse accommodaties;
d. te dienen als contactorgaan voor de gemeente en voor de sportorgani
saties in het belang van een voor de sportbeoefening geëigende wijze
van samenwerking, voor zover daaraan in het algemeen of bij speciale
gelegenheden behoefte bestaat".
2. De considerans onder B III te vervangen door:
"Te bepalen, dat de stichting zal worden opgericht met inachtneming
van de navolgende bepalingen, welke in de statuten worden opgenomen."
3. Artikel 2, lid 1te vervangen door:
"De stichting heeft tot doel de bevordering van de persoonlijke ont
wikkeling in de sportbeoefening door:
a. het bestuur van de gemeente, gevraagd en ongevraagd, adviezen te
verstrekken over zaken betreffende de sport en de lichamelijke op
voeding;
b. het verlenen van subsidies aan sportorganisaties en ten behoeve van
sportevenementen en dergelijke, binnen het raam van de goedgekeurde
begrotingskredieten
c. het adviseren aan de dienst voor de sport en de lichamelijke op
voeding, via het college van burgemeester en wethouders, omtrent:
- het huurniveau van de accommodaties;
- de verhuurvoorwaarden
- de keuze uit de gegadigden voor de diverse accommodaties;
d. te dienen als contactorgaan voor de gemeente en voor de sportorgani
saties, in het belang van een voor de sportbeoefening geëigende
wijze van samenwerking, voor zover daaraan in het algemeen of bij
speciale gelegenheden behoefte bestaat."
4. Artikel 3 vervalt.
5. Artikel 4 wordt artikel 3 en komt te luiden als volgt:
"De geldmiddelen der stichting worden behalve door en uit een door de
gemeente Breda afgezonderd stichtingsvermogen, verkregen uit:
a. gemeentelijke subsidie;
b. overige inkomsten."