gemeente Breda
aan de raad der gemeente Breda.
Bijlage nr. 26
6 januari 1967
V/17955
Voorstel van burgemec ster en wethouders tot
voortgezette subsidiëring in de meerdere kos
ten van de restauratiewerken aan de Grote of
O.L. Vrouwekerk.
De subsidiëring '.oor de gemeente in de kosten van de restauratie der Grote
of O.L. Vrouwekerk geschiedt nog krachtens een door de gemeenteraad op 0
augustus 1956 genomen besluit, geldende voor een te verwerken (subsidiabel)
bedrag van 835.400,- waarin de gemeente over een periode van 10 jaren
(1956 - 1965) 20^ zou bijdragen.
Per jaar gerekend betekent dit dus een subsidiepost van rond 20.000,-.
Voor dezelfde periode waren ook de rijks- en provinciale subsidies toegekend.
Het subsidiabele bedrag was gebaseerd op een drietal begrotingen, te weten:
begroting A. voor de uitwendige restauratie
begroting B. voor de inwendige restauratie;
begroting C. voor diverse werken.
Per 1 januari 1964 was van de in 1956 geraamde bedragen nog slechts een res
tant van f 146.701beschikbaar, terwijl vaststond, dat met de verdere voort
zetting der restauratie tot aan de voltooiing nog belangrijke bedragen zouden
zijn gemoeid.
De commissie tot restauratie van de Grote Kerk heeft zich derhalve toen reeds
tot de toenmalige Minister van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen gewend met
het verzoek om de subsidiëring te continueren op basis van de nader^opgestelde
begrotingen per 1 januari 1964, welke ook hierbij zijn overgelegd.
Ter toelichting hierop mogen wij het navolgende vermelden.
Van de bovenvermelde ramingen van 1956 was begroting Aafgwerkt, van begroting
B, resteerde nog slechts de kosten van de nieuwe kosterswoning, nu verhoogd
met de kosten van restauratie van het inmiddels aangekochte pand Kerkplein 3~3a.
Voorts is van de nog resterende werkzaamheden begrepen in de vroegere be
groting C. een nieuwe opzet gemaakt, terwijl tenslotte een aanvullende be
groting voor in 1956 nog niet voorziene werken is bijgevoegd.
Aan de hand van deze begrotingen hoeft de Minister van Cultuur, Reareatie
en Maatschappelijk Werk het voor het rijk subsidiabele bedrag berekend op
de navolgende wijze.
Begroting B.
Aankoop kosterswoning 53.259,-
Restauratie zonder directiekosten 72.900,-
Niet in aanmerking voor subsidie
20/3, afgerond op 14.600,-
Blijft (afgerond)
53.000,-
111.259,-
