Bij bijlage no. 241
-3-
d. Indien aanleg of wijziging van wegen door toedoen van de gasafnemende
gemeente verplaatsing, herstel of vernieuwing van leidingen en in
stallaties ten behoeve van de distributie in die gemeente noodzake
lijk maakt, worden de kosten daarvan door de gasafnemende gemeente
aan het energie- en waterbedrijf vergoed.
Artikel 8.
1De winsten of vërliezen, welke volgens de jaarlijkse, door de over
eenkomstig artikel 265 bis der gemeentewet aangewezen deskundige, ge
controleerde en deugdelijk verklaarde rekening van baten en lasten van
het energie- en waterbedrijf zijn behaald, respectievelijk geleden,
worden geheel door de gasafnemende gemeente genoten respectievelijk
gedragen, althans voor zover die xri.nsten of verliezen betrekking
hebben op de gasvoorziening in de gasafnemende gemeente.
2. De uit de in lid 1 bedoelde rekening voortvloeiende winsten of ver
liezen zullen jaarlijks aan of door de gasafnemende gemeente bij
voorschot betaalbaar worden gesteld 3 weken nadat de raad van Breda
de rekening van het énergie- en waterbedrijf voorlopig heeft vastge
steld.
3. De definitieve afrekening van het overeenkomstig de leden 1 en 2 ver
schuldigde vindt plaats binnen twee maanden na dagtekening van het
besluit van gedeputeerde staten van Noord-Brabant tot vaststelling van
de desbetreffende rekening van het energie- en waterbedrijf.
Artikel 9.
1Baten en lasten, welke een rechtstreeks gevolg zijn van de gaslevering
in de gasafnemende gemeente, worden in de in artikel 8, lid 1be
doelde rekening geheel ten gunste respectievelijk ten laste van de
exploitatie van die gemeente gebracht.
2. De rente, begrepen in de in lid 1 bedoelde lasten zal berekend worden
over de boekwaarde van de desbetreffende activa.
3. De hoogte van de rentevoet wordt bepaald overeenkomstig het gestelde
in de krachtens artikel 252, 2e lid, van de gemeentewet vastgestelde
regelen voor het beheer van de leningsdienst van Breda.
4. De afschrijvingen voor elk der categorieën activa geschieden op
basis van de door Breda vastgestelde nonnen. Indien Breda extra
afschrijvingen op de activa gelegen in de gasafnemende gemeente,
nodig acht, zullen deze extra afschrijvingen door het college van
burgemeester en wethouders van Breda, na overleg met het college
van burgemeester en wethouders van de gasafnemende gemeente, worden
vastgesteld.
Artikel 10.
Baten en lasten, welke voortvloeien uit de voorzieningen en diensten
ten behoeve van het gehele distributiegebied van het energie- en
waterbedrijf zullen in de in artikel 8, lid 1bedoelde rekening
voor een evenredig deel ten bate dan wel ten laste van de exploitatie van
de gasafnemende gemeente worden gebracht.
De in lid 1 bedoelde verdeling zal met inachtneming van de volgende
richtlijnen geschieden: