bijlage nr. 27
-2-
Een en ander houdt uiteraard nuanceverschillen per buurt in, welke ver
schillen gedurende de uitgroei van beide wijken het sterkst zullen spreken,
om daarna goeddeels te worden genivelleerd.
Ter uitwerking en verduidelijking van het vorenstaande laten wij een ver
gelijkend overzicht volgen van de thans en vroeger gehanteerde uitgangs
punten
GEWOON LAGER ONDERWIJS
1woningbe zet tingsgraad
2. verdeling naar religie
r.k. bevolkingsdeel
niet-r,k„ bevolkingsdeel
3. po tent ië le le e rl ingen
r.k.
niet-r.k.
4. deelnamerercentage
r.k.
niet-r.k„
nota
1961
\\c/0
115?b
nota
1963
4
W/o
14,^o
12,^c
9d/b
1 1 &/0
H.V.
1%
prot.chr. 1 &/o
ove rig Ifo
r.k.
prot.chr.
overig
r.k.
prot.chr.
overig
nota
1967
Hoge Yucht 3,8
IJpelaar 3,7
IJp.
W/Ó
2 Cf/o
lCfb
14,59b
14,5$
14,
ICSfo
23(7/0 1
1Dit hoge deelnemingspercentage is te verklaren uit deelneming van
r.k. en prot.chr leerlingen aan het niet-confessioneel g.l.o.
5. gemiddelde klassebe zetting
r.k. 32 leerlingen
niet-r.k. 30 leerlingen
KLEUTERONDERWIJS
(Woningbezettingsgraad en verdeling naar religie als bij het gewoon lager
onderwijs)
3. potentiële kleuters
r.k.
4,7?o
4,59b
r.k.
4,5^o
niet-r.k.
4,^o
4,1fo
prot.chr.
ove rig
4,5$
4
deelname percentage
r.k.
85fo
9cy/o
r.k.
95$
niet-r.k.
Qdfo
95
prot.chr.
ove rig
8 C$
20 C$
gemiddelde klassebezetting
r.k.
niet-r.k.
40 kleuters
35 kleuters
De hiervorenvermelde percentages voor de aantallen potentiële kleuters
en leerlingen en de woningbezettingsgraad zijn afgestemd op de situatie
bij volledige realisering van de geprojecteerde woningbouw, wanneer de
beide nieuwe wijken zullen zijn gestabiliseerd.
Gedurende de uitgroei van beide wijken zal echter - en dit is inherent
aan een nieuwe wijk met veelal jonge gezinnen - zowel de gemiddelde woning
bezetting als het percentage potentiële kleuters en leerlingen tijdelijk
aanzienlijk hoger liggen.