gemeente Breda
aan de raad der gemeente Breda.
bijlage nr.262
3 juli 1967
OSS/11705
Voorstel van burgemeester en wethouders
tot wijziging van de subsidieregeling
voor harmonieën en fanfares.
In Uw vergadering van 11 oktober 1963 (bijlage no. 415) werd be
sloten tot wijziging van de toen vigerende subsidieregeling voor
fanfare- en harmoniegezelschappen over te gaan.
Van diverse zijden» met name van de vier samenwerkende landelijke
federaties van muziekgezelschappen, werd aandacht gevraagd voor
de toenemende financiële noden der muziekverenigingen.
ken en ander is voor ons college aanleiding geweest om de Culturele
Uerk Gemeenschap Breda te verzoeken de bestaande subsidieregeling
aan een nauwkeurig onderzoek te onderwerpen en indien noodzakelijk
een nieuwe regeling samen te stellen.
Uit een door de Culturele Uerk Gemeenschap ingesteld onderzoek kunnen
de volgende essentiële conclusies worden getrokken.
Wil een muziekvereniging nog voldoende aantrekken en wil ze aan de
steeds hoger wordende eisen des tijds blijven voldoen, dan moet zij
met name zorgen voor;
- een goede artistieke en technische leiding van het korps,
- een goede accommodatie en uitrusting met name een instrumentarium
van behoorlijke kwaliteit en een nette uniformering.
- een degelijke vakkundige opleiding van leerling-muzikanten,
- een behoorlijk peil van concerten en muzikale demonstraties.
De ervaring heeft geleerd, dat een en ander uit de gewone middelen
zoals contributies en donaties, niet meer bekostigd kan worden.
ITeemt men daarbij in aanmerking de voortdurende stijging van lonen en
prijzen en andere verzwarende lasten, dan is het duidelijk dat het
huidige subsidiesysteem aanpassing behoeft.
De wijziging van de huidige regeling bestaat hieruit, dat;
- meer aandacht is besteed aan de gradering (namelijk meer subsidie
naarmate een vereniging hoger in afdeling is geklasseerd)
- een specifiek nieuw element is toegevoegd, namelijk subsidie in
kosten van artistieke en technische leiding.