Bijlage nr. 264 - 2 - Thans richt zich het bestuur van de vereniging voor christelijk middelbaar en voorbereidend hoger onderwijs alsmede kweekschoolonderwijs voor West-Brabant te Breda zich bij zijn op 28 juni 1967 ingekomen verzoek tot Uw raad om op grond van het bepaalde in artikel 72 der lager-onderwij swet 1920 de nodige gelden beschikbaar te stellen voor het stichten van een school voor het uit gebreid lager onderwijs in het stadsdeel Breda-Noord. De te stichten school zal eveneens omvatten 12 theorielokalen en 2 vaklokalen. De ingezonden aanvrage*) voldoet geheel aan de wettelijke vereisten, terwijl de daarin opgenomen verklaringen door ons zijn onderzocht en voor akkoord zijn bevonden. Ten aanzien van het te ven-jachten schoolbezoek mogen wij U ven-jij zen naar ons preadvies van 8 februari 1965, nr.. OSS/ 2434 (bijlage 1965 nr. 100)*), omdat de destijds vermelde gegevens ook thans nog geheel onverkort van toepassing zijn. Ingevolge het bepaalde in het derde lid van artikel 75 der lager-onderwijswet 1920 moet de raad van een gemeente, welke niet een of meer openbare scholen voor uitgebreid lager onden-jijs in stand houdt, bij een beslissing omtrent het al dan niet verlenen van de gevraagde medewerking voor het stichten van een school voor het bijzonder uitgebreid lager onderwijs zich tevens uitspreken om trent de vraag, of tot oprichting van een overeenkomstige openbare school - zo nodig met toepassing van het bepaalde in artikel 19, 4e lid - zal worden over gegaan. Wij mogen hierbij aantekenen dat in dit stadium naar onze mening voorshands nog geen behoefte bestaat aan de oprichting van een openbare u.l.o. Indien echter de verdere uitbouw van het openbaar lager onderwijs de oprichting van een zodanige school gewenst zou maken, zullen xjij U daaromtrent te zijner tijd de nodige voorstellen doen. Wij mogen U daarom in overweging geven bij het ter zake door Uw college te nemen besluit gelijktijdig tevens het oordeel uit te spreken dat aan de oprichting van een openbare school voor het uitgebreid lager onderwijs in dit stadium voorshands geen behoefte bestaat. Het hierop betrekking hebbende conceptbesluit gaat ter vaststelling hierbij, een eventueel afwijkend advies van de afdeling voor het onderwijs uit Uw raad zal U zo nodig nog nader worden medegedeeld. Ter informatie van Uw college zij nog het navolgende opgemerkt. Zodra de nieuwbouw zal zijn gerealiseerd zal het gebouw van de u.l.o.-school Bas tionstraat 1 krachtens de bepalingen van de lager-onderwijswet 1920 in eigendom aan de gemeente overgaan. Te zijner tijd zullen wij U nog een nader voorstel doen voor een nieuwe bestemming van dat gebouw. Burgemeester en wethouders van Breda, van Boxtel loco-burgemeester. Liggen ter visie in de raadzaal. van den Dam secretaris.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1967 | | pagina 787