gemeente Breda
"359
aan de raad der gemeente Breda.
9 augustus 1967
IZ/9450 Antwoord op door raadsleden gestelde vragen.
VRAAG
De heer I/elzer heeft in een van de vorige vergaderingen een vraag ge
steld over het in rekening brengen van incassokosten bij nota's van
het energie- en waterbedrijf. Hij heeft op deze vraag antwoord gekregen
en hij is bijzonder blij dat de gemeente Breda een voorlichtings
functionaris krijgt, die dit soort zaken waarschijnlijk beter, voor
het publiek begrijpelijk, tot uitdrukking kan brengen. Op de rekeningen
worden de incassokosten in het te betalen bedrag berekend. Br zijn
I argeloze lieden, die menen het totale bedrag verschuldigd te zijn,
ook als van de eigen girorekening of van de eigen bankrekening wordt
overgeschreven
AITTHOORD
Vanaf de invoering van het girale incassosysteem wordt elke periode
door de administratie van het energie- en waterbedrijf, nagegaan of
er verbruikers via een girorekening betalen zonder daarvan het bedrijf
in kennis te hebben gesteld. In het bevestigende geval wordt aangenomen,
dat de verbruiker steeds per giro zal betalen. De incassokosten worden
dan ook niet meer in rekening gebracht. In het algemeen zal het dus
slechts eenmaal voorkomen, dat een verbruiker met een girorekening
ten onrechte 0,50 incassokosten betaalt. (Dit bedrag is dan op de
verbruiksnota1s te vinden in het vakje meterhuur- en incassokosten).
Ten aanzien van de betalingen per bank ligt de situatie moeilijker,
omdat aan de afrekening van de bank niet is te zien of iemand bij de
bank cash heeft betaald dan wel aan de bank heeft verzocht uit zijn
tegoed over te schrijven, '/ij nemen echter aan dat in laatstbedoeld
geval de bank zal adviseren aan de verbruiker om haar te machtigen
steeds via zijn rekening over te schrijven. De bank geeft dan daarvan
kennis aan het bedrijf, waarna de incassokosten vervallen. Het is
duidelijk, dat de bank een cliënt alleen in bovenbedoelde zin advi
seert, als gebleken is, dat het bank-tegoed steeds voldoende waar
borgen biedt voor de afrekening.
VRAAG
De heer Quadekker zegt, dat het bij de mooie uitbouw van Breda en bij
al het werk, dat de dienst van beplantingen verricht, droevig is te
moeten ervaren, dat op heel veel plaatsen in de stad speciaal op
zaterdagen en zondagen, als de mensen willen genieten van het mooie
groen en de bloemen, zeer veel vrachtauto's geplaatst worden, die
eerst weer op maandagmorgen in gebruik worden genomen. Als voorbeel
den noemt hij de Columbusstraat en de Graaf Hendrik III laan voor de
kerk. Hij weet, dat het voor de ondernemingen moeilijk is plaatsen
te vinden waar de auto's wel kunnen staan.
Daarom vraagt hij of het college wil laten bestuderen of er ergens
plaatsen zijn te vinden waar bedoelde vrachtauto's speciaal tijdens
de weekends geplaatst kunnen worden.