Bijlage nr. 276 -2- vindt daar plaats door keurmeesters van het openbaar slachthuis der ge meente Breda, onder directie van het hoofd van de keuringsdienst, zijnde de directeur van het openbaar slachthuis. Tot de taak van de gemeenschappelijke keuringsdienst behoort voorts de keuring van vlees, ingevoerd van buiten de vleeskeuringskring en de zogenaamde voortgezette preventieve keuring, welke vooral de controle in en op de verkoopplaatsen tot object heeft. De exploitatie van de vleeskeuringskring leidde tot voor kort steeds tot een sluitend geheel, omdat uit de opbrengst van do keurlonen alle onkosten, verbonden aan de volledige taakuitoefening, konden worden bestreden. De begroting voor 1966 vertoonde een batig saldo van 1.258,die voor 1967 een batig saldo van 865,Batige saldi worden gereserveerd zo nodig ter compensatie van verliezen. De werkelijke resultaten van 1966 hebben evenwel geleid tot een verlies van 7.230,41, ten-rij 1 op grond van recente berekeningen is aan te nemen, dat de dienst 1967, indien geen maatregelen worden genomen, een verlies zal opleveren van 6.873,De belangrijkste oorzaken van deze ontwikkeling zijn de voortdurende teruggang van de gezins- en bedrijfs- slachtingen en de gestegen personeelskosten. De voortgezette preventieve keuring, waarvoor wettelijk geen rechten kunnen worden geheven, vraagt daarentegen door de gestadig stijgende vleesconsumptie steeds meer zorg, zodat er een tegengestelde beweging is gegroeid, welke de financiële ba sis van de vleeskeuringsdienst haar effect grotendeels ontneemt. Hoewel het juist is, dat de keuringstarieven regelmatig worden aangepast aan externe kostenstijgingen, mag er niet op worden gerekend, dat de opbrengst van de keuringstarieven daardoor blijvend de kosten kan dekken. Daartoe zouden, naar het zich thans laat aanzien, tarieven moeten worden gehe ven, die niet meer in verhouding staan tot de verleende diensten. De commissie van advies is daarom tot de conclusie gekomen, dat de finan ciële basis van de vloeskeuringskring moet worden verbreed door het in voeren van bijdragen per inwoner van de aangesloten kringgemeenten, zo enig dienstjaar een verlies oplevert. De centrale gemeente verleent slechts zijn diensten aan de kringgemeenten en is daarbij niet gebaat, zodat het juist wordt geacht, dat de gemeente Breda geen bijdrage tot dekking van verliezen behoeft te verstrekken. In bijgaand conceptbesluit tot wijziging van de gemeenschappelijke re geling is de bijdrage van de kringgemeenten geformuleerd. Een verdere, zij het geringe, verbetering is te bereiken door het doen vervallen van de bepaling, dat de kringgemeenten per verrichte keuring een vergoeding wegens administratiekosten mogen inhouden. De centrale gemeente mag in totaal een even groot bedrag wegens administratiekosten aan de keuringsdienst in rekening brengen. Op de begroting 1968 van de kouringskring betekent het vervallen van dozc vergoedingsregeling een verlichting van do lasten met 3.528,.Do gemeenschappelijke regeling is ook op dit punt aan te passen;ook dit is geregeld in hot bijgevoegde conceptbesluit,waarin do betrokken passage van artikel 8 (oud) is vervallen. Van deze gelegenheid is gebruik te maken de gemeenschappelijke regeling aan te passen aan een wijziging van de vleeskeuringswet van 1957 en

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1967 | | pagina 808