Bij bijlage nr. 277
-3-
Ha vordering-
Artikel 10.
1Indien enig feit grond oplevert voor het vermoeden, dat ten on
rechte is afgezien van het vaststellen van een aanslag, dan wel
dab een aanslag ten onrechte is vernietigd of verminderd of een te
lage aanslag is opgelegd, kan de te weinig geheven belasting worden
nagevorderd, zolang niet drie jaar sedert het einde van het belas
tingjaar zijn verstreken.
2. Het na te vorderen bedrag wordt net een gelijk bedrag verhoogd.
3. De ambtenaar, bedoeld in artikel 11, kan op grond van dwaling, ver
schoonbaar verzuim of niet aan de belastingplichtige te wijten oor
zaken van deze verhoging geheel of gedeeltelijke kwijtschelding ver-
verlenen.
Delegatie
Artikel 11
Ingevolge het bepaalde bij artikel 301 van de gemeentewet treedt voor
de toepassing, ten opzichte van deze belasting, van de artikelen 297
en 299 dier wet, in de plaats van de gemeenteraad, van burgemeester en
wethouders en van de burgemeester, de chef van de afdeling financiën en
belastingen ter gemeentesecretarie.
Kohieren, aanslagbiljetten
Artikel 12.
1 Van de aanslagen van hen, die volgens de voorafgaande bepalingen be
lasting verschuldigd zijn, worden kohieren opgemaakt.
2. De vastgestelde kohieren worden ter invordering aan de gemeente-ont
vanger gezonden.
3. De gemeente-ontvanger zendt zo spoedig mogelijk na ontvangst van het
kohier gedagtekende aanslagbiljetten aan hen, die daarop voorkomen.
4. Indien het aanslagbiljet in het ongerede is geraakt, kan op verzoek
daarvan een duplicaat worden gemaakt en tegen betaling van vijfentwintig
cent aan de belastingschuldige worden uitgereikt.
Invo rde rbaarheid
Artikel 13.
1De belasting moet worden voldaan in één termijn binnen één maand na dag
tekening van het aanslagbiljet.
2. De aanslag is dadelijk en ineens invorderbaar, indien de belasting
schuldige in staat van faillissement is verklaard of op zijn roerende
of onroerende goederen executoriaal beslag is gelegd, dan wel indien
blijkt, dat de belastingschuldige het land metterwoon wil verlaten.
3. De verplichting tot betaling van de aanslag wordt niet opgeschort door
het indienen van bezwaar- of verzoekschriften.
Be talingswi j z e
Artikel 14.
De betaling geschiedt door middel van storting c.q. overschrijving op de
post- of bankrekening der gemeente.