gemeente Breda
aan de raad der gemeente Breda.
Bijlage nr. 282
21 juli 1967
OSS/12968
Voorstel van burgemeester en wethouders tot het
vaststellen van de vergoeding, bedoeld in arti
kel 101 bis, lid 6, van de lager-onderwijswet
1920 over het jaar 1966 ten behoeve van de bij
zondere g.l.o.-scholen in deze gemeente.
In Uw vergadering van 11 mei 1960 werd besloten per 1 september 1960
vakonderwijs "nuttige handwerken voor meisjes" aan de openbare scho
len in te voeren, welk vakonderwijs per 1 augustus 1965 werd uitge
breid met het vak lichamelijke opvoeding.
Bij laatstgenoemd besluit van Uw raad werd het getal wekelijkse les
uren gedurende hetwelk vanaf 1 augustus 1965 aan de vier openbare
scholen voor g.l.o. in deze gemeente vakonderwijs zou worden gegeven,
verhoogd van 1 tot uur per verplichte leerkracht.
De besturen van de in deze gemeente gevestigde gelijksoortige bijzon
dere scholen kunnen voor 1966 aanspraak maken op een vergoeding, welke
wordt bepaald met inachtneming van het aantal verplichte onderwijzers
aan de bijzondere school en een bedrag aan beloning, waarop de vakon
derwijzers aanspraak zouden hebben gemaakt, indien zij in dienst van
de gemeente waren geweest.
De in de vorige alinea genoemde bijzondere scholen hebben thans de
berekeningen ingediend van de salarissen en sociale lasten, alsmede
de kwitanties van de door de schoolbesturen betaalde beloningen der
vakleerkrachten aan de bijzondere scholen over het jaar 1966.
Deze bescheiden zijn door ons onderzocht en akkoord bevonden.
Gelet op vorenstaande stellen wij U voor over te gaan tot het vast
stellen van de vergoeding, bedoeld in artikel 101 bis der lagex--on-
derwijswet 1920 over het jaar 1966 ten behoeve van de op bijgaand
concept-raadsbesluit vermelde bijzondere g.l.o.-scholen.
Een eventueel afwijkend advies van de afdeling voor onderwijs zal U
nog nader worden medegedeeld.
Burgemeester en wethouders van Breda,
van Boxtel loco-burgemeester.
Walenkamp loco-secretaris.
ligt ter visie in de raadzaal.