gemeente Breda
aan de raad der gemeente Breda
28 juli 1967
P/11994
Voorstel van burgemeester en wethouders tot het
verlenen van eervol ontslag aan een leraar in
algemeen vormend onderwijs in vaste dienst aan
de gemeentelijke technische school.
De heer J.A. Herben heeft bij zijn schrijven van 30 juni 1967 ver-
JÜ zocht hem met ingang van 1 augustus 1967 ontslag te verlenen als le
raar in algemeen vormend onderwijs in vaste dienst aan de gemeente
lijke technische school.
Hij stellen U voor hem eervol ontslag te verlenen onder dankzegging-
voor de aan de gemeente bewezen diensten.
In verband met de voorziening in de hierdoor ontstane vacature ver
zoeken wij U ons colllege te machtigen de datum van ingang van het
ontslag te bepalen, welke datum niet later mag worden gesteld dan op
3 oktober 1967.
Het advies van de directeur van de school ligt voor U ter inzage.
De inspecteur van het nijverheidsonderwijs kan ingevolge een met hem
overeengekomen gedragslijn geacht worden te zijn gehoord.
,t Burgemeester en wethouders van Breda,
'lli
Jijt
van Boxtel loco-burgemeester.
Bijlage nr. 287
'Halenkamp loco-secretaris.
ligt ter visie in de raadzaal.
Hoot;
Krachtens artikel 23, 4e lid, van de nijverheidsonderwijswet worden
de leraren der gemeentelijke nijverheidsscholen ontslagen door de
gemeenteraad, burgemeester en wethouders, de inspecteur en voor zo
ver de andere leraren betreft, ook de directeur gehoord.
Krachtens artikel 70, 2e lid, van het rechtspositiebesluit nijver
heidsonderwijs 1960 wordt het ontslag niet verleend met ingang van
een dag, vroeger dan één maand of later dan drie maanden na de dag,
waarop het verzoek om ontslag is ingekomen, tenzij overeenkomstig
het verzoek van de belanghebbende zelf of om dringende redenen in
het belang van de school anders wordt besloten.