IV
ON WIKKEL BIG EN UITWERKING VAN DE PROJEKTEN IN BREDA.
-5-
Omdat Breda een van de eerste steden in Nederland was die op een dergelijke
grote schaal laagbouwwoningen op een afstandsverwarmingsnet ging aansluiten,
was het belangrijk installateurs te vinden die met dit soort installaties
al enige ervaring hadden. Voor de eerste 1820 woningen in het plan Biesdohk
werd een offerte ontvangen van de Amsterdamsche Verwarmings Maatschappij
(A.V.M,met een exploitatie-opzet die aanvaardbaar was.
Het kollege van B W. oordeelde het beter direkt het Energie- en Water
bedrijf bij deze zaak in te schakelen en zodoende de aanwezige deskundigen
ervaring te laten opdoen. Deze ervaring miste n.l. ieder adviesbureau in
Nederland op dat moment°s de in de afgelopen jaren gevraagde inlichtingen en
bezoeken hebben dit bevestigd.
Na de realisatie van het plan Biesdonk, werden de uitbreidingsplannen
Wisselaar West en IJpelaar Zuid uitgewerkt. Dit geschiedde op geheel
dezelfde basis als tot nu toe was gewerkt, alleen werd nu naar een Bredase
firma gezocht, dit mede op verzoek van het ministerie. De firma Deerns werd
hiervoor uitgezocht, deze firma had al diverse grote werken uitgevoerd, o.a.
voor de Genie en Rijksgebouwendienst.
Een volgend plan, Wisselaar Oost, werd aangepakt met de A.V.M. die daardoor
aansluiting verkreeg met de uitvoering in plan Biesdonk. Een daarna volgende
uitbreiding naar Geeren Noord werd weer aangevat met de firma Deerns, zulks
in aansluiting op het plan Wisselaar West.
De uitvoering in plan IJpelaar Zuid verloopt minder snel dan benoorden de
spoorlijn.
Voor het nu voorliggende plan Heusdenhout liggen de aspekten ten gevolge van
de komst van het aardgas in Breda weer geheel anders. Was het in voorliggende
jaren zo, dat aanbrengen van c.v. in de nieuwbouwwoningen alleen door middel
van een wijkverwarmingsysteem te realiseren was, met het aardgas wordt
decentralisatie van de stookbronnen weer aantrekkelijk. Overigens zijn de
ketelhuizen der wijkverwarming zo ontworpen dat de overschakeling op het
stoken van aardgas zonder meer kan gebeuren. Sinds kort is ook het ministerie
bereid toestemming te verlenen en geld beschikbaar te stellen voor het aan
brengen van een individuele c.v.-installatie in een woningwetwoning. Mede
gezien do moeilijk te voorziene bouwsnelheid, lijkt het aanbeveling te
verdienen over te gaan op het veel flexibeler systeem van c.v. stookbronnen
per woning.