3) Het naar eerste bevinden voor velen te hoog bij te betalen bedrag werd vaak veroorzaakt door het feit dat, ten gevolge van de aanvangsdatum der bewoning en de situatie van het administratieve jaar (1 juli - 30 juni), een te gering bedrag aan voorschot kon worden verrekend. Het voorschot wordt namelijk bepaald als zijnde de stookkosten van 7 stookmaanden gelijkelijk verdeeld over de 12 administratieve kalender maanden. Het is dus duidelijk, dat men gedurende de echte stookmaanden een voor die maanden te laag voorschotbedrag bijdraagt. Een relatief lang stookseizoen, vaak tot 15 juni, accentueerde dit nog eens nadelig. 4) Aan de verbruikers werd duidelijk gemaakt, dat het te betalen jaarbedrag bestaat uit; 1e. Een vastrechtbedrag, hetgeen dus niet wordt beïnvloed door de intensiteit van het verbruik. 2e. Een variabel bedrag, hetgeen afhankelijk is van de verbruikte warmte- eenheden. -9-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1967 | | pagina 897