bijlage nr. 312 - 2 - Koot: Krachtens artikel 23, 1e en 2e lid, van de nijverheidsondorwijswet worden de leraren der gemeentelijke nijverheidsscholen door de gemeente raad benoemd uit een voordracht van benoembaren, door burgemeester en wethouders opgemaakt, de directeur gehoord, wiens advies aan de raad wordt overgelegd. De voordrachten behoeven de goedkeuring van de minister van onderwijs en wetenschappen. Voorts is in artikel 8, 1e lid, van de verordening regelende de samen stelling en de werkkring der commissie van toezicht op de gemeentelijke nijverheidsscholen bepaald, dat de commissie voor het nijverheidsonder wijs de raad en burgemeester en wethouders van bericht en advies dient omtrent alles wat met het nijverheidsonderwijs in verband staat.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1967 | | pagina 909