bijlage nr. 320 Nij betreuren deze conditie, die in haar consequenties betekent dat aan de onderhavige gecontinueerde meerjarige bouwstroom als zodanig feitelijk een einde is gekomen. Anderszins zijn wij van mening, dat in de gegeven omstandigheden niet méér haalbaar is. haar herstel van de continuïteit blijven wij streven, doch dit zal ons inziens slechts mogelijk zijn als de verdeling van het woningwetcontingent - dat naar verluid voor 1960 zal worden verlaagd - meer geconcentreerd wordt op de grote en grotere gemeenten, - waar de behoefte aan deze woning categorie toch ook het grootst is - doch waar evenwel de medewerking van gedeputeerde staten voor nodig is. Sen ander punt wat in deze ontwikkeling onze toenemende aandacht heeft is de verdeling van de beschikbare ruimte tussen de onderscheiden bouw- stromen, mede om de daarin geïnvesteerde capaciteit te kunnen behouden. Met betrekking tot het aldus opgezette bouwplan mogen wij IJ hierbij de navolgend.e bescheiden aanbieden v) a. het bestek van het architectenbureau Oomes en Bogaert te Breda d.d. 5 mei 1967 b. de bij dit bestek behorende tekeningen no. B 764 -1 -2-3-4-5 - 6 en 17 (situatie); c. 2 nota's van inlichtingen en wijzigingen van genoemd architectenbureau d.d. 9 augustus 1967; d. de prijsaanbieding van het bouwbedrijf Zeebregts Breda II.V. te Tilburg d.d. 7 augustus 1967, tot een bedrag van 3.851.585, e. de technische omschrijving met prijsopgave voor de centrale verwarmings installatie van Ringverwarming Nederland IT.V, te Leeuwarden d.d. 8 augustus 1967, ten bedrage van 2.394,per woning; f. de technische omschrijving met prijsopgave van de bouwkundige voor zieningen voor de centrale verwarming, van bouwbedrijf Zeebregts Breda N.V. d.d. 7 augustus 1967, ten bedrage van 86.100, g. de aanvrage om verstrekking van geldelijke steun uit 's rijkskas inge volge de woningwet (woningwetformulier) h. een berekening van het architectenhonorarium. Ter nadere toelichting op de onder e. en f. genoemde stukken mogen wij het navolgende vermelden. Hoewel de ervaringen met aansluiting van nieuwe woningcomplexen op een centrale wijkverwarming in het algemeen gesproken gunstig zijn en niet uitdrukkelijk noodzaken tot het overgaan op een ander verwarmingssysteem. hebben wij toch gemeend omwille van de variatie en het beproeven van andere mogelijkheden, de toepassing van het aardgas te benutten en deze woningen te gaan voorzien van een indi viduele centrale verwarming met deze energiebron Voor de gegevens en de omschrijving van dit verwarmingssysteem mogen wij verwijzen naar de overgelegde technische omschrijving. Het zou te ver voeren deze of gedeelten daarvan in dit voorstel te herhalen. Voorts zullen de xironingen worden voorzien van een vaste trap van de verdieping naar de zolder, terwijl zij op de gebruikelijke wijze worden uitgerust met een centraal antennesysteem voor radio en televisie. De begroting van de stichtingskosten van het complex luidt als volgt:

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1967 | | pagina 927