gemeente Breda
aan de raad der gemeente Breda.
Bijlage nr. 533
AZ/ 15117
1 september 1967
Voorstel van burgemeester en wethouders tot
vaststelling van een Drank- en Horecaver-
ordening op grond van de drank- en horecawet.
Ingevolge het koninklijk besluit van 17 februari 1967, nr. 123, zal de drank
en horecawet op 1 november 1967 in werking treden. Op die datum zullen de
drankwet staatsblad 1931, nr. 476 en de daarop geënte lagere regelingen ver
vallen. Voor bestaande zaken in de horecasector zullen verscheidene artike
len van de drank- en horecawet op een nadere door de Eroon te bepalen tijd
stip in werking treden. Voor deze ondernemingen blijven de drankwet, staats
blad 1931 nr. 476 en de daaiop steunende regelingen voorlopig gelden ten einde
de ondernemers de gelegenheid te geven zich van de nodige vergunningen krach
tens de nieuwe wet te voorzien.
De belangrijkste verschillen tussen de oude en de nieuwe wet zijn:
1. het maximumstelsel vervalt;
2. de nieuwe wet begrijpt onder de benaming vergunning de krachtens de oude
wet verleende volledige vergunningen, tap- en slijtvergunningen, hotel
vergunningen, sociëteitsvergunningen en verloven A;
3. verloven A voor het verstrekken van zwak-alcoholische drank, komen te
vervallen;
4. verloven B, voor het verstrekken van alcoholvrije drank, zullen eveneens
vervallen.
Het vervallen van het maximumstelsel heeft tot gevolg, dat een vergunning
geen vermogensobject meer is, zodat hierdoor aan de handel in vergunningen
een einde komt. In lokaliteiten waarvoor thans een verlof A geldt zal in
de toekomst naast zwak-alcoholische drank ook sterke drank mogen worden ver
strekt als aan de inrichtings- en moraliteitseisen wordt voldaan. Van deze
maatregelen verwachten wij geen toename van het gebruik van sterke drank,
mede omdat het aantal drankgelegenheden in Breda economisch gezien het ver
zadigingspunt vrijwel bereikt heeft.
Het vervallen van de verloven B achten wij wel bezwaarlijk en wel om de
redenen, die wij in de toelichting op hoofdstuk VIII van de verordening
(waarop vrij hieronder terugkomen) hebben uiteengezet.
De drank- en horecawet laat verscheidene onderwerpen ter regeling over aan
de plaatselijke wetgever. In dat licht bieden wij U bijgaand een concept
"Drank- en Horecaverordening Breda 1967" met een hoofdstuksgewijze toe
lichting aan.
Hieronder laten wij een overzicht volgen van de regelingen welke door de
raad op grond van de drank- en horecawet kunnen worden getroffen: