-2-
i 6 TO 9 P
Op overtreding van de bepalingen van dit hoofdstuk is straf gesteld
in artikel 71 der wet.
Hoofdstuk IV.
Artikel 18 van de wet biedt de mogelijkheid inrichtingen aan te wijzen
waarin het tijdelijk of permanent verboden is alcoholhoudende drank te
tappen of sterke drank te tappen of te slijten.
In artikel 7 van de verordening is van deze gelegenheid gebruik ge
maakt om het tappen van sterke drank te verbieden in zogenaamde ont
nuchteringszaken, scholen, jeugd- en clubhuizen en kampeer- of
caravanterreinen.
Gemeend wordt, dat ook het slijten van sterke drank in ontnuchterings
zaken en op kampeer- en caravanterreinen niet moet worden toegestaan.
In artikel 9 worden de inrichtingen aangewezen, waarin het tijdelijk ver
boden is sterke drank te tappen of te slijten.
De strafsanctie op overtreding van de bepalingen van dit hoofdstuk is
vermeld in artikel 71 der wet.
v Hoofdstuk V.
1 v Onder het regime van de drankwet, stbl. 1931, nr. 476, is het de houder
van een vergunning of een verlof A verboden vrouwelijke personen in zijn
inrichting te laten dienst doen of aanwezig te doen zijn, zonder toe
stemming van de burgemeester. Dit verbod geldt alleen in de door de
Kroon aangewezen gemeenten. Vrijwel alle gemeenten en ook Breda zijn
aangewezen.
De drank- en horecawet heeft dit regime niet overgenomen, doch aan de
gemeenteraad de bevoegdheid gelaten een dergelijke regeling in het leven
te roepen voor horecabedrijven en kantines.
Ter voorkoming van misstanden wordt het voor Breda noodzakelijk geacht
het dienst laten doen door of het aanwezig doen zijn van vrouwen te bin
den aan een schriftelijke vergunning van de burgemeester.
Ingevolge artikel 20, 5e lid, der wet moeten, als van de bevoegdheid tot
het stellen van regels op dit gebied gebruik wordt gemaakt, ook regels
worden gesteld met betrekicing tot het instellen van beroep tegen weige
ring of intrekking van een vergunning (art. 11 der verordening).
((t Hoofdstuk VI.
Ingevolge artikel 56 van de drankwet, stbl. 1931, nr. 476, is het ver
boden zonder toestemming van de burgemeester gelegenheid tot dansen te
geven
Ter uitvoering van dat wetsartikel zijn in het zogenaamde dansbesluit
voorschriften opgenomen, waaraan moet zijn voldaan in een vergunnings- of
verlof A-lokaliteit of aanhorigheid daarvan. De inspecteur van de volks
gezondheid, belast met het toezicht op de naleving van de drankwet, kan
van bepaalde voorschriften ontheffing verlenen.
De drank- en horecawet heeft deze regeling overgenomen in zoverre, dat
aan de burgemeester de bevoegdheid is toegekend, toestemming te verlenen
tot het geven van gelegenheid tot dansen met beperkingen en voorschrif
ten, die hij aan zijn toestemming kan verbinden.
Aan de gemeenteraad is de bevoegdheid gegeven bij verordening voorwaar
den vast te stellen, waaraan voor het verkrijgen van toestemming moet
worden voldaan. Haast deze gemeentelijke regeling behoudt de burgemeester
de bevoegdheid toestemming te verlenen onder beperkingen.
In artikel 12 van de concept-verordening zijn de eisen weergegeven, waar
aan een inrichting, waarin gelegenheid tot dansen wordt gegeven, moet
voldoen, terwijl in artikel 13 nog een aantal voorschriften zijn gegeven,
waaraan tijdens het dansen moet worden voldaan.