-7- Artilcel 20. 1Het is verboden zonder verlof van burgemeester en wethouders in een in richting bedrijfsmatig alcoholvrije drank voor gebruik ter plaatse te verstrekken. 2. Het in het 1e lid gestelde verbod geldt niet; a. indien wordt gehandeld krachtens een vergunning ingevolge de wet tot het uitoefenen van een horecabedrijf of een horeeawerkzaamheid; b. indien deze verstrekking geschiedt als dienstverlening van bijkomstige aard aan personen, die in die besloten ruimte vertoeven anders dan voor het gebruiken van consumpties; c. voor legerplaatsen en aan het militair gezag onderworpen lokaliteiten; d. voor middelen van vervoer tijdens hun gebruik als zodanig. Artikel 21 1Het verlof geldt uitsluitend voor een cf meer in het besluit nader aan te geven lokaliteiten. 2. Bij overlijden van een verlofhouder kan het verlofbedrijf door of namens één van zijn rechtsopvolgers worden voortgezet tot een maand na de datum, waarop die verlofhouder is overleden, of, indien binnen die termijn voor de betreffende inrichting een nieuw verlof is aangevraagd, tot het tijd stip waarop op deze aanvrage onherroepelijk is beslist. Artikel 22. 1Het verlof wordt schriftelijk aangevraagd bij burgemeester en wethouders. Dezen beslissen binnen drie maanden na de datum, waarop de aanvrage is in gekomen 2. Een verlof kan onder beperkingen worden verleend; aan een verlof kunnen voorwaarden worden verbonden. Artikel 23. Burgemeester en wethouders weigeren het verlof, indien; a. de verzoeker een natuurlijk persoon is, die de leeftijd van 25 jaar nog niet lieeft bereikt; b. de verzoeker gelegenheid biedt tot het plegen van ontucht of indien hij in ander opzicht van slecht levensgedrag is, c. het nog geen vijf jaar is geleden, dat van verzoeker of degene voor wie hij tussenpersoon is een vergunning voor het uitoefenen van een horeca bedrijf, de horecawerkzaamheid, een slijtersbedrijf of een verlof werd ingetrokken anders dan op eigen verzoek; d. de verzoeker tussenpersoon is voor iemand, als bedoeld onder a, b, of c; de ene echtgenoot wordt steeds geacht tussenpersoon te zijn voor de andere, zolang ze samen wonen; e. voor de lokaliteit, waarvoor het wordt gevraagd reeds een vergunning in gevolge de wet is verleend. Artikel 24. 1Burgemeester en wethouders trekken een verlof in, indien; a. niet langer wordt voldaan aan de in artikel 23 gestelde eisen;

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1967 | | pagina 964