gemeente Breda
aan de raad der gemeente Breda.
Bijlage nr. 354
V_/
1 september 1967
AZ/11 668
Voorstel van 'burgemeester en wethouders
tot beschikbaarstelling van een krediet
in verband met de lozing van rioolwater in
de rivier de Hark.
Tot voor kort was het niet gebruikelijk, dat het bestuur van het Heemraad
schap van de Hark en Dintel aan vergunningen tot het lozen van afvalwater
in de rivier de Mark de voorwaarde van betaling van een geldbedrag ver
bond. De steeds verdergaande verontreiniging van de openbare wateren, die
bij het Heemraadschap in beheer zijn, noopt het bestuur echter tot het
nemen van kostbare maatregelen om de nadelige gevolgen van die veront
reiniging tegen te gaan. Ais nadelige gevolgen van de steeds verdergaande
vervuiling van de Mark worden door het Heemraadschap genoemd;
a. slibafzetting, waardoor extra baggerwerk noodzakelijk is,
b. schade aan kunstwerken;
c. schade aan oevervoorzieningswerken, zoals rietbeplanting;
d. schade aan de visstand door aanwezigheid van schadelijke afvalstoffen
en gebrek aan zuurstof
e. de noodzaak om het water zoveel mogelijk te verversen en het ver
richten van extra afspuiingen;
f. de noodzaak tot extra intensieve controle van het water bij de diverse
lozingspunten, laboratoriumonderzoek.
De totale kosten van extra voorzieningen zijn door liet Heemraadschap be
cijferd op 55.000,- per jaar. Hu deze kosten zo hoog zijn opgelopen en
het niet redelijk is, dat deze door het Heemraadschap worden betaald, heeft
het bestuur besloten die kosten om te slaan over de vervuilers en vast te
stellen op 0,062 per inwonerequivalent.Voor het eerste jaar,dat loopt van
1 juli 1967 tot en net 30 juni 1963, is voor Breda als voorschot op de te
betalen bijdrage vastgesteld 6.200,- berekend naar 100.000 inwoner-
equivalenten. Door het Hijks Instituut voor de Zuivering van Afvalwater
is de vervuilingsgraad van het Bredase afvalwater eind 1965 geschat op
445.000 inwonerequivalenten. Het heemraadschap heeft bij de vaststelling
van 100.000 inwonerequivalenten voor Breda wellicht reeds rekening ge
houden met de mogelijkheid, dat de afvoerleiding naar het Hollands Diep in
oktober/november 1967 in gebruik genomen zal kunnen worden en dat Breda
dan al haar rioolwater in het Hollands Diep zal kunnen lozen. Jij achten
het aan het Heemraadschap te betalen bedrag alleszins acceptabel.
ïïij stellen U voor een bedrag ad 6.200,- te voteren als bijdrage in de
door het Heemraadschap van de Hark en Dintel te treffen voorzieningen in
verband met de lozing van afvalwater door de gemeente in de rivier de Hark
door vaststelling van de voor U ter inzage gelegde conceptwijziging van
de gemeentebegroting voor het dienstjaar 1967.