gemeente Breda
aan de raad der gemeente Breda.
Bijlage nr. 90
7 februari 1968
V/2516
Voorstel van burgemeester en wethouders
tot het aangaan van een overeenkomst met
Zeebregts' Aannemingsbedrijf 1-I.V.geves
tigd te Tilburg, inzake het winkelcentrum
Hoge Vucht eo
De omvang van het Bredase stadsgebied ten noorden van de spoorlijn
55-000 inwoners) en zijn zelfstandiger karakter maakten het nood
zakelijk aldaar ook gronden te reserveren voor een wijk- en winkel
centrum van allure, dat in het uitbreidingsplan Hoge Vucht III is ge
projecteerd, in het hart van de Hoge Vucht, vrijwel geheel ten westen
van de Doornboslaan en nabij het ontmoetingspunt van die laan met de
andere voornaamste verkeerswegen aldaar, te weten de Groene Dijk en de
Gornelis Joosstraat.
In dit stadsdeelcentrum dat in totaal een oppervlakte beslaat van circa
14 ha kunnen drie delen worden onderscheiden; het eigenlijke koopcentrum
annex een groot parkeerterrein, de randbebouwing in het noorden en
oosten, waarvan de onderbouw gedacht is voor de vestiging van niet-hinder-
lijke bedrijven, waaronder ook één of meer garage- en autoservicebedrijven
(totale bedrijfsoppervlakte 6000 m2) en een aantal woontorens. Uit hoofde
van de veelzijdige functie van dit centrum is bovendien ruimte gereserveerd
voor bijzondere bebouwingen zoals een postkantoor, waarover onderhandelin
gen met de P.T.T. gaande zijn. Deze bijzondere bebouwingsgrond is niet in
de onderhavige verkoop betrokken.
Deze vormgeving als uitgangspunt voor verdere ontwikkeling is gebaseerd op
een stedebouwkundig en volumeplan dat de stedebouwkundige en architect
R.H. Rledderus te Rotterdam mede op basis van gegevens van het toen nog
geheten C.O.iï. heeft ontworpen in antwoord op een initiatief van Albert
Heijn H.Y. - die in dit centrum een vestiging gaat stichten - welk initia
tief wij vrijblijvend en onder voorwaarde dat de kosten van het plan niet
ten laste van de gemeente komen, hebben aanvaard.
het betrekking tot de totstandkoming van dit belangrijke centrum en ter
verzekering van een goede functionering zijn wij tot de conclusie gekomen,
dat alie daarbij betrokken belangen het best worden gediend en een optimaal
resultaat kan worden bereikt, indien van meet af aan tussen de gemeente en
deskundigen ten aanzien van een of meer aspecten van de onderhavige materie
wordt samengewerkt
Ten tijde van het nemen "van deze beslissing was - en is nog - Zeebregts1
aannemingsbedrijf ii.V. de meest daarvoor in aanmerking komende bouwer omdat
hij destijds in de nabijheid van dit centrum woningbouwproduktiestromen