gemeente Breda aan de raad der gemeente Breda. Bijlage nr. 95 21 februari 1968 F/2035 Voorstel van burgemeester en wethouders tot wijziging van de verzekeringsover eenkomst met de Frauderisico-Onderlinge van Gemeenten. Krachtens raadsbesluit van 12 augustus 1964 (bijlagen 1964 no. 395)*) wordt aan de verwaarborgingsregeling van de vereniging "Frauderisico-Onder linge van Gemeenten" (F.O.G.) te s-Gravenhage deelgenomen tot een bedrag van 500.000, Deze verzekering berust op artikel 170, 2e lid der gemeentewet (oud), hetwelk de raad de verplichting oplegt eon regeling vast te stellen "omtrent verzekering van de gemeentegelden tegen benadeling door plaat selijke ambtenaren en bedienden of door anderen" Bij de wet van 15 december 1966 (S 564) is deze wetsbepaling geschrapt. In de memorie van toelichting, beherende bij het desbetreffend wetsont werp, is dienaangaande onder meer opgemerkt, dat verwacht mag worden, dat de gemeenten uit eigen beweging ten aanzien van de risico's, die daarvoor in aanmerking komen, de nodige voorzieningen zullen treffen. Het vervallen van voornoemde imperatieve bepaling uit de gemeentewet geeft ons dan ook geen aanleiding af te zien van een verzekering der gemeen tegelden tegen de risico's van diefstal, vermissing', fraude etc. Een goed financieel beheer brengt mede, dat dit risico op passende wij ze wordt verzekerd. hel hebben wij ons andermaal beraden over de vraag of het verzekerde bedrag nog juist moet worden geacht. Aanleiding tot nader beraad cp dit punt is vooral de sinds kort voor alle administraties dezor gemeen te doorgevoerde beperking van het chartaal geldverkeer. Hierdoor is namelijk het risico van verlies van geld door diefstal, inbraak etc. belangrijk kleiner geworden. De taxatie van het verzekerde bedrag was vooral gebaseerd op de aanwezig heid van kasmiddelen in de gemeentelijke gebouwen en op liet transport van geld en geldswaarden. In dit opzicht mag het huidige verzekerde bedrag van 500.000,nu belangrijk te hoog geacht worden, met als gevolg, dat te veel premie moet worden opgebracht. Hat het risico van fraude betreft merken wij op, dat het uiteraard moei lijk is hiervan een schatting te maken. De ervaring leert, dat verliezen

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1968 | | pagina 145