bijlage nr. 96
2
te verminderen. In onze brief van 10 januari 1968, welke wij in fotocopie
eveneens ter inzage hebben gelegd, hebben wij de heer Basemans uitvoerig
van ons standpunt in kennis gesteld.
Gelet op de persoonlijke omstandigheden, waarin de heer Basemans verkeert,
hebben wij wel een betalingsregeling voorgesteld. Hierop heeft hij niet
gereageerd.
Uit het vorenstaande blijkt dat met betrekking tot de onderhavige aanschrij
ving volledig rechtmatig gehandeld is.
Wij stellen U voor:
a. niet in te gaan op het verzoek om kwijtschelding;
b. het schrijven van de heer en mevrouw Basemans ter afdoening in handen
van ons college te stellen.
Een eventueel afwijkend advies van de afdeling voor openbare werken zal U
nog worden medegedeeld.
Burgemeester en wethouders van Breda,
ïlerkx
burgemeester.
van den Dam
secretaris.
Liggen ter visie in de raadzaal.