gemeente Breda aan de raad der gemeente Breda. Bijlage nr. 12 10 januari 1968 AZ/22839-67 Pre-advies van "burgemeester en wethouders betreffende het ontwerp van een provinci ale regeling inzake vergoedingen voor het bijwonen van vergaderingen van de gemeenteraden, van afdelings- en commis sievergaderingen Gedeputeerde staten van hoord-Brabant hebben ons bij brief van 13 de cember 1967 laten weten, voornemens te zijn de vergoedingen voor het bijwonen van vergaderingen van gemeenteraden, afdelingen van ge meenteraden en door de raden ingestelde commissies voortaan niet meer per gemeente vast te stellen doch met ingang van 1 januari 1968 een voor de gehele provincie geldende regeling te doen ingaan, uiteraard slechts indien en voor zover de raad heeft bepaald, dat voor het bij wonen van bedoelde vergaderingen een vergoeding zal worden genoten. In die regeling, welke voor Uw raad in concept ter visie is gelegd, zijn de vergoedingsbedragen vastgesteld naargelang van het aantal inwoners van de gemeenten. Als gedeputeerde staten die regeling vaststellen, betekent dit, dat de leden van Uw raad met ingang van 1 januari 1968 een presentiegeld van 35,per raadsvergadering gaan genieten en per afdelingsver gadering een bedrag van 25,De ontworpen nieuwe regeling komt dus hierop neer, dat die bedragen per 1 januari 1968 respectievelijk met 5,en 10,worden verhoogd. Ingevolge het bepaalde in artikel 3 van de ontwerp-provinciale rege ling kunnen gedeputeerde staten op voorstel van de gemeenteraad van de in de regeling genoemde vergoedingen afwijken. Blijkens de bij dit artikel gegeven toelichting hebben zij hier spe ciaal gedacht aan die commissies, waarvan de aard en de omvang van de opgedragen taak redelijkerwijze aanleiding geeft tot het vaststel len van een hogere of lagere vergoeding. Alvorens tot vaststelling van bedoelde regeling over te gaan, dienen gedeputeerde staten de gemeenteraad te horen. Daarom heeft dat col lege ons verzocht te willen berichten, indien die regeling Uw raad aanleiding zou geven tot het maken van opmerkingen. Aangezien de door gedeputeerde staten voorgestelde regeling ons accep tabel voorkomt, menen wij Uw raad in overweging te moeten geven daar mede akkoord te gaan. Als de voorgestelde regeling van kracht wordt, zal de op de gemeente begroting 1968 voorkomende post "presentiegelden" met een bedrag van 6.315,moeten worden verhoogd.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1968 | | pagina 16