gemeente Breda
aan de raad der gemeente Breda.
1 maart 1968
OS/3981
Bijlage nr. 122
Voorstel van Burgemeester en wethouders
tot verhoging van de post algemene cul
turele doeleinden over 1967.
Cp de gemeentebegroting 1967 (volgnummer 572) is een bedrag geraamd
van 28.000,voor algemene culturele doeleinden. Ons college is
gemachtigd uitgaven te doen ten laste van deze post na hierover het
advies te hebben ingewonnen van de Culturele arkgemeenschap.
Uit de thans voorhanden zijnde gegevens blijkt dat voor 1967 een be
drag nodig zal zijn van 46.000,als volgt gespecificeerd:
- opera en operette 12.000,
- grote koren 15.500,
- orgel- en beiaardconcerten 5.000,
- toneelverenigingen 7.000,
- diversen 8.500,
Diverse activiteiten komen telkenjare terug. In de loop van de jaren
zijn hiervoor gedragsregels gegroeid, die in een aantal gevallen zijn
neergelegd in subsidieregelingen (grote koren, amateurtoneelvereniginge
orgelconcerten, opera en operette). Bij deze regelingen wordt subsidie
toegekend in bepaalde uitgaven, zoals de kosten van leiding (dirigent/
regisseur) zaalhuur, solisten. Daarnaast worden bijdragen gegeven, af
gestemd op de inkomsten.
De bijdragen van de gemeente zijn in percentages uitgedruktzodat
deze automatisch de conjunctuur volgen met dien verstande dat er
maxima gesteld zijn. Aangezien de uitgaven de laatste jaren voort
durend zijn gestegen en ook de inkomsten een stijgend beeld hebben
vertoond, betekende dit dat de gemeentelijke bijdragen steeds hoger
werden en de diverse maxima hebben bereikt. Het was echter noodzake
lijk dat deze maxima werden verhoogd, omdat zonder deze verhoging de
activiteiten van de verenigingen ernstig geschaad zouden worden. Hier
toe hebben wij dan ook op advies van de Culturele ..erkgemeenschap in
een aantal gevallen besloten.
Omdat ook de eenmalige activiteiten meer geld vroegen, is de post on
toereikend om de financiële consequenties op te vangen.
ji
ij stellen U daarom voor de post overeenkomstig de ter visie gelegde
begrotingswijziging goed te keuren, "ij tekenen hierbij aan dat bij de
samenstelling van de begroting 1968 reeds rekening is gehouden met bo
vengeschetste ontwikkeling, zodat dit besluit geen verdere consequen
ties heeft voor 1'