gemeente Breda
aan de raad der gemeente Breda.
Bijlage nr. 128
1 maart 1968
F/1902
Voorstel van burgemeester en wethouders tot
het verlenen van een krediet voor de gasvoor-
ziening in de gemeente Rijsbergen.
Haar aanleiding van ons voorstel d.d. 14 juni 1967 (bijlage nr. 241besloot
Uw raad op 22 juni 1967 met de gemeente Rijsbergen een overeenkomst aan te
gaan op grond waarvan aan de gemeente Breda het recht wordt verleend in eerst
genoemde gemeente gas te distribueren.
Zoals Uw raad bekend is hebben gedeputeerde staten van de provincie 7Toord-Bra-
bant op 10 januari 1968 (C-. nr. 11.465a)*aan Breda een vergunning verleend
als bedoeld in artikel 2 sub b van de gasverordening voor Noord-Brabant 1964
te weten een vergunning om het verzorgingsgebied van het energie- en waterbe
drijf van onze gemeente te mogen uitbreiden met de gemeente Rijsbergen.
Hu deze vergunning is verleend kan door het energie- en waterbedrijf een aan
vang worden gemaakt met het treffen van de nodige voorzieningen.
Deze voorzieningen omvatten de aanleg van een middendrulcgasleiding;
de bouw van een gasdrulcregelstation met installaties; de aanleg van een hoofd
buizennet alsmede de aanleg van dienstleidingen, gasmeters, huisdrukregel-
installaties en binneninstallaties.
t De uit te voeren werken zijn aangeduid op twee overzichtstekeningen welke in
de raadzaal ter visie zijn gelegd.
De kosten zijn gespecificeerd weergegeven op bijgaande kostenbegroting uitko
mende op een bedrag van 593-OCO,
Op grond van artikel 8, lid 1van de met Rijsbergen gesloten overeenkomst
worden de exploitatie-uitkomsten verband houdend met de onderhavige gasvoor-
ziening met de gemeente Rijsbergen verrekend. Voor de gemeente Breda zijn
aan deze investering derhalve geen financiële consequenties verbond,en.
Wij mogen U voorstellen een krediet tot voormeld bedrag beschikbaar te stel
len door vaststelling van de 5e wijziging van de begroting 1968 van het
energie- en waterbedrijf waarvan het concept ter visie is gelegd.
Zoals steeds bij de aanleg van middendrukleidingen het geval is geweest, zal
het leggen en lassen der stalen leidingen ondershands moeten worden aanbesteed,
dit op grond van de zeer hoge eisen, welke aan de uitvoering van dit werk
moeten worden gesteld. Het desbetreffend conceptbesluit wordt hierbij aan
geboden