gemeente Breda
aan de raad der gemeente Breda.
Bijlage nr. 137
29 maart 1968
V/2495
Voorstel van burgemeester en wethouders
tot wijziging van de overeenkomst met het
rijk inzake het rijkssubsidie in de kosten
van aanleg van de noordelijke oost-west-ver-
binding door de gemeente Breda.
In Uw vergadering van 13 november 1963 is overeenkomstig ons voorstel,
bijlage no. 489 besloten tot het aangaan van een overeenkomst met
het rijk ter verkrijging van een rijkssubsidie van 500.000,- in de
kosten van aanleg van de noordelijke rondweg.
In artikel 3 van de betreffende overeenkomst zijn de data genoemd waarop
de diverse gedeelten van de onderhavige weg voltooid moeten zijn om voor
vermeld bedrag in aanmerking te komen, te weten:
a. het gedeelte tussen de noordelijke invalsweg naar Bred.a en de rijks
weg Breda-Terheijden-Moerdijk uiterlijk 31 december 1966;
b. het gedeelte tussen de rijksweg Breda-Terheijden-Moerdijk en de rijks
weg Oosterhout-Teteringen-Breda uiterlijk 31 december 1967;
c. het gedeelte tussen de rijksweg Oosterhout-Teteringen-Breda en de rijks
weg Breda-Tilburg uiterlijk 31 december 1968.
Het onder a.genoemde wegvak is reeds lang voor het verkeer opengesteld
en de hierop betrekking hebbende declaratie is reeds verrekend.
Van het ondier b.genoemde traject moet het gedeelte tussen de Doornboslaan
en de Kapittelweg nog worden aangelegd, terwijl voor het onder c genoemde
gedeelte op 13 juli 1967 een krediet beschikbaar is gesteld.
Tengevolge van de huidige krapte op de kapitaalmarkt en de daaruit voort
vloeiende financieringsmoeilijkheden is de vereiste goedkeuring op bedoel
de kredieten nog niet verkregen, ondanks de hoge urgentie welke aan de uit
voering van deze werken is toegekend.
Gezien het overeengekomen tijdstip van voltooiing is, met name voor het
gedeelte Doornboslaan-Kapittelweg, meerdere malen op goedkeuring aange
drongen.
In het kader van de werkverruimingspolitiek zijn de nog niet voltooide weg-
vakken aangemeld bij de dienst aanvullend.e civieltechnische werken ten
eind.e de uitvoering in r.a.w.-verband te doen geschieden, waardoor ook voor
de ongesubsidieerd.e en ten laste van de gemeente blijvende bedragen spoedig
goedkeuring wordt verkregen.
Gezien deze ontwikkeling is het uiteraard niet mogelijk om aan de in
artikel 3 vermelde tijdstippen te voldoen. Wij hebben dan ook het rijk
verzocht om de onder b.en c, genoemde data te wijzigen in respectievelijk
31 december 1968 en 31 december 1969-