gemeente Breda
aan de raad der gemeente Breda.
29 maart 1968
AZ/5802
Voorstel van burgemeester en wethouders tot
benoeming van de leden van de raadsafdeling
voor ruimtelijke ordening en economische zaken.
In de eerstvolgende raadsvergadering van 16 april 1968 stellen wij
Uw raad voor een nieuw reglement van orde voor de vergaderingen van
de gemeenteraad vast te stellen.
In artikel 40, 2e lid, van dat reglement is de instelling van een
nieuwe raadsafdeling, te weten die voor ruimtelijke ordening en eco
nomische zaken, voorzien.
Uij achten die instelling noodzakelijk om de behandeling van zo be
langrijke kwesties als ruimtelijke ordening en economische zaken in
de raad beter te kunnen voorbereiden.
Het ligt in onze bedoeling, het eerste lid van ons college, de bur
gemeester, als voorzitter van die raadsafdeling aan te wijzen en het
2e lid van ons college, de wethouder van openbare werken etc., als
vice-voorzitter.
Ingevolge het bepaalde in artikel 43, 1e lid, van het nieuwe regle
ment van orde voor de raadsvergaderingen kunnen wij namelijk een der
leden van ons college tot vice-voorzitter van een raadsafdeling aan
wijzen.
Uanneer Uw raad conform ons voorstel tot het vaststellen van het
nieuw reglement van orde voor de vergaderingen van de gemeenteraad
overgaat, dient Uw raad tevens de leden van de nieuwe raadsafdeling
te benoemen.
In dat reglement is namelijk bepaald, dat Uw raad de leden van de
vaste raadsafdelingen benoemt.
Uat het aantal leden van een raadsafdeling betreft, schrijft dat
reglement voor, dat dit aantal tenminste drie en ten hoogste zeven
mag bedragen en dat Uw raad het aantal bepaalt.
Ten slotte stellen wij U voor te bepalen, dat de benoeming van d.ie
leden geacht wordt in te gaan op 17 april 1968, de dag, waarop het
nieuwe reglement van orde in werking zal treden.
Burgemeester en wethouders van Breda,
ï-lerkx burgemeester.
van den Dam
secretaris.