gemeente Breda aan de raad der gemeente Breda. Bijlage nr. 156 10 april 1968 OS/6660 Voorstel van burgemeester en wethouders tot medewerking aan een te houden efficiency-on- derzoek bij de stichting Verenigde Openbare Bibliotheken Breda. Op 1 april 1967 is de samenwerking van de beide bestaande openbare biblio theken formeel gerealiseerd door de oprichting van de stichting Verenigde Openbare Bibliotheken Breda. Zoals wij geschreven hebben in ons antwoord op het verslag van het onderzoek van de begroting 1968 zijn de vraagstukken, die samenhangen met de samenwerking wat betreft organisatie, huisvesting en aanpassing aan nieuwe opvattingen van dien aard, dat het bestuur van de stichting en ook ons college de mening zijn toegedaan dat het noodzakelijk is hiernaar een onderzoek te doen instellen. Met het raadgevend efficiencybureau Bosboom en Hegener N.V. te Amsterdam zijn door het bestuur besprekingen gevoerd over een opdracht. De opdracht is neergelegd in een schrijven van dit bureau d.d. 19 maart 1968. Dit schrijven hebben wij voor U ter visie gelegd. Tijdens de begrotingsbehandeling 1968 werd vanuit Uw raad gevraagd of een nieuw onderzoek noodzakelijk was omdat in juli 1965 reeds een rapport werd uitgebracht op verzoek van de besturen van de stichting r.k. openbare leeszaal en bibliotheek en de vereniging openbare leeszaal en bibliotheek en het ge meentebestuur, door de centrale vereniging voor openbare bibliotheken te s-GravenhageDit rapport had een andere achtergrond en was op de eerste plaats bedoeld om na te gaan of er mogelijkheid zou zijn tot samenwerking van de beide instellingen. In het rapport 1965 werd een aantal conclusies getrokken en een aantal ad viezen gegeven, geënt op de toen bestaande situatie bij de afzonderlijke lees zalen. De adviezen were.en niet gegeven vanuit een visie op de ontwikkeling in de bibliotheeksituatie van Breda, doch waren gebaseerd op het feitelijk functioneren van de beide afzonderlijke bibliotheken. De adviezen waren in hoofdzaak van bibliotheektechnische aard en betroffen in het bijzonder de administratie en de bibliotheektechniek. Wat de samenwerking betreft kan tenslotte gesteld worden dat de feitelijke ontwikkeling veel sneller is ge gaan dan het rapport voorzagjhet rapport zag een ontwikkeling in 2 fasen, eerst een samenwerking met betrekicing tot de filialen en vervolgens met be trekking tot het geheel. Het rapport is van grote en xvezenlijke betekenis geweest voor de inmiddels totstand gekomen samenwerking doch is, wat de overige adviezen betreft, praktisch geheel door de feiten achterhaald.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1968 | | pagina 231