gemeente Breda
j I
Bijlage nr. 171
aan de raad der gemeente Breda.
5 april 1 968
F/5103
F/5537
'Voorstel van burgemeester en ueth.oud.ers tot
het verlenen van een krediet voor het slaan
van een waterbron op het terrein van het
pompstation in Dorst.
In de afgelopen maanden zijn enkele waterbronnen op het terrein van het
pompstation in Dorst uitgevallen.
Zoals Uw raad bekend is wordt in Dorst het belangrijkste gedeelte gewonnen
van de hoeveelheid water die nodig is om het gebied, waarbinnen het water
bedrijf van de gemeente Breda werkzaam is, van water te kunnen voorzien.
In verband met het naderende zomerseizoen, het seizoen waarin zich altijd
een sterk verhoogde vraag naar water voordoet en rekening houdend met de
tijd die verstrijkt vooraleer een waterbron bedrijfsklaar is gemaakt,
dienen op korte termijn maatregelen te worden getroffen die een ongestoorde
levering van water waarborgen.
Door ons college werd aanvankelijk de mogelijkheid onder ogen gezien om
via een beroep op de N.V. Waterleidingmaatschappij Noord-West-Brabant de
xjeggevallen capaciteit te compenseren. Dit zou echter betekenen dat de
suppletie capaciteit van de waterleidingmaatschappij in de topmaanden
moet worden opgevoerd van 500 m3 tot 800 m3 per uur, hetgeen technische
moeilijkheden oplevert. Verder dienden de aan deze suppletie verbonden
kosten, welke voor 1968 konden worden gesteld op ca. 28.000,(288.000
m3 a 0,10), te worden gesteld tegenover de kosten (variabele kosten en
kapitaallasten) van de nieuwe bron die voor 1968 uitkomen op ca. 8000,
Op grond van deze overwegingen is in overleg met de N.V. Waterleidingmaat
schappij Noord-West-Brabant besloten Uw raad voor te stellen akkoord te
gaan met het slaan van een nieuwe bron.
De aan deze voorziening verbonden uitgaven belopen een bedrag van 48.000,
hetwelk als volgt is te specificeren;
boorwerkzaamheden 26.000,
pompaggregaat inclusief montage 4.000,
pompkelder met aansluiting op bron-
leiding 4.500,
kabelkosten 9-000,
onvoorzien 4.500.
Totaal 48.000^--