Bijlage nr. 180
-3-
VRAAG.
De heer van der Nerff merkt op dat op 17 april 1968, zowel volgens het
theaterbulletin van de stadsschouwburg, 4e jaargang, nr. 10, als vol
gens de dagagenda van "De Stem" van dinsdag 17 april 1968, pagina 7, in
de stadsschouwburg een opvoering van "Yerma" zou plaatsvinden. Wel
heeft vorige week in "De Stem" en ook in andere landelijke bladen een
bericht gestaan dat een van de voornaamste artiesten ziek was geworden
en dat daardoor de voorstellingen kwamen te vervallen. Waar zijn weten
was daar plaatselijk van de zijde van ae stadsschouwburgdirectie geen
mededeling van gedaan. Nog sterker, op het gebouw (zij het dan in het
donker want het gebouw was gesloten) prijkte gisteravond nog de aankon
diging van de "Yerma"-opvoering, zulks tot verdriet van enkele Breaa-
naars en zelfs van twee heren uit Arnhem die daar om tien over acht
stonden.
Hij vraagt of berichten van plotselinge verhinderingen, zeker aan de
stadsschouwburg en bij voorkeur ook elders, aangeplakt kunnen worden.
Zou het bovendien niet gewenst zijn dat er via een advertentie op de
dag zelf in de plaatselijke krant mededeling van wordt gedaan?
ANTWOORD.
Met betrekicing tot het afgelasten van de voorstelling "Yerma", welke
wegens ziekte van een der medespelenden op 17 april 1968 in de stads
schouwburg geen doorgang kon vinden, zijn de volgende maatregelen ge
nomen
a. door de directeur van de stadsschouwburg is in "De Stem" van 11
april een redactioneel stuk van 10 cm. hoogte goed zichtbaar ge
plaatst;
b. oen extra vermelding in do wekelijkse agenda-advertentie van "De
Stem" van woensdag 17 april 1968; de dag xraarop het publiek eraan
gewend is dat de wekelijkse agenda van de stadsschouwburg in de
krant staat;
c. aan de omroepverenigingen, die op 17 april uitzonden, is de wijzi
ging doorgegeven. Na de nieuwslezing van 7 uur is via de radio deze
wijziging uitgezonden;
d. aan alle abonnementhouders van het toneelabonnement serie B is een
schrijven uitgegaan, waarin mededeling is gedaan dat de voorstelling-
is verplaatst naar maandag 29 april 1968.
Hierop is goed gereageerd.
Abusievelijk is verzuimd het niet doorgaan van de voorstelling te ver
melden op de affiches, aangebracht bij de stadsschouwburg.
Ondanks de ruime publiciteit, die gegeven is aan het afgelasten van de
voorstelling, is niet te vermijden dat de berichtgeving tot een aantal
personen niet doordringt.
Op de avond van de 17e april bleef dit beperkt tot 7 personen, waarvan
er 4 van buiten Breda kwamen.