-2- Bijlage nr. 192 Noot: Krachtens artikel 23, 1e en 2e lid, van de nijverheidsonderwijswet worden de leraren der gemeentelijke nijverheidsscholen benoemd door de gemeenteraad uit een voordracht van benoembaren, welke is opgemaakt door burgemeester en wethouders, nadat de directeur, wiens advies wordt overgelegd, is gehoord. De voordracht behoeft de goedkeuring van de minister van onderwijs en wetenschappen. Voorts is in artikel 8, 1e lid, van de verordening regelende de samen stelling en de werkkring der commissie van toezicht op de gemeentelijke nijverheidsscholen bepaald, dat de commissie voor het nijverheidsonder wijs de raad en burgemeester en wethouders van bericht en advies dient omtrent alles wat met het nijverheidsonderwijs in verband staat. Artikel 7, 3e lid, van de nijverheidsonderwijswet bepaalt, dat de mi nister van onderwijs en wetenschappen in bijzondere gevallen aan per sonen, die in een bepaald onderdeel van het te geven onderwijs door buitengewone bekwaamheid uitmunten, ten aanzien van dit onderdeel ont heffing kan verlenen van de eis van het bezit van de vereiste akte van bekwaamheid.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1968 | | pagina 277