Bijlage nr. 199 -2- nadruk op wijzen, dat ons college hiertoe geenszins wettelijk verplicht is en de strekking van dergelijke contacten geen andere is dan een dienstverlening aan de eigenaar. Uitgaande van dit gegeven, geven wij onderstaand een nauwkeurig overzicht van de plaatsgehad hebbende con tacten tussen de dienst van openbare werken en de eigenaar(s) van het pand Ulvenhoutselaan 52. 28-5-'64 Klachten ingediend door de bewoner. 5-6-'64 (Vorige) eigenaar schriftelijk verzocht voorzieningen te treffen. 28-7-'64 (Vorige) eigenaar officieel aangeschreven. 5-8-'64 (Vorige) eigenaar deelt mede voorzieningen in september 1964 te zullen treffen. 15-10-'64 Controle. (Vorige) eigenaar heeft niets gedaan doch is doencfe pand te verkopen. Hiertoe gelegenheid gegeven. 26-1-'65 Pand verkocht aan de heer Basemans. maart '65 Heer Basemans telefonisch verzocht voorzieningen te treffen, augustus '65 Ha herhaalde klachten van de bewoners heer Basemans tele fonisch gerappeleerd. 14—2—166 Heer Basemans officieel aangeschreven 18-2-'66 Heer Basemans vervoegt zich ten kantore van de dienst van openbare werken. Hij zegt toe de voorzieningen te treffen, doch vraagt daarvoor uitstel, hetwelk wordt verleend. 9-5-'66 Heer basemans geeft te kennen - gezien de hoeveelheid van de werkzaamheden - het pand te willen verkopen en vraagt hierom nogmaals uitstel van de hem gestelde termijn. Wederom uitstel verleend. medio ju- Heer Basemans vraagt telefonisch medewerking aan de dienst ni '66 van openbare werken daar bewoners aan makelaar toegang tot woning weigeren. Dienst van openbare werken zegt toe be reid te zijn een bemiddelingspoging te doen, indien make laar afspraak maakt om tijdstip vast te stellen, waarop pand zal worden bezocht. 5-10-'66 Nog steeds niets van de heer Basemans of van de architect vernomen. Daar niet aan aanschrijving is voldaan, van ge meentewege opdracht aan aannemer. 10-10-'66 Aannemer met werkzaamheden begonnen. De genoemde data zijn ontleend aan de bij de dienst van openbare wer ken van het onderhavige pand aangelegde staat en wij hebben voorshands geen aanleiding aan te nemen dat hierin een vergissing is geslopen. Door de heer Basemans is bij geen der contacten geïnformeerd naar de financiële consequenties van de aanschrijving, waarover ook niet ge sproken is. Overigens mag naar onze mening worden aangenomen dat de architect, welke de heer Basemans in de arm genomen had om de woning "op te knappen" en die de woning, voordat de voorzieningen getroffen warem, had opgenomen, hem toch wel enigszins een inzicht in de finan ciële consequenties heeft verstrekt- Wij menen dit ook te mogen af leiden uit het feit, dat de heer Basemans voornemens is geweest het onderhavige pand te verkopen. In redelijkheid dient toch te worden gesteld, dat de heer Basemans in veel ruimere mate dan de woningwet voorschrijft, in de gelegenheid is geweest voor zijn belangen op te komen De gemaakte opmerking, dat aan de heer Basemans een keuzemogelijkheid tussen het treffen van voorzieningen en het doen staken van de bewoning had moeten worden gelaten, is niet juist. Weliswaar bepaalt artikel

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1968 | | pagina 286